The end of the road to New York

Vandaag is D-Day! Gisteren als een zenuwpees alles klaar gelegd en niets aan het toeval overgelaten. Behalve dan mijn wekker, die ik, nadat ik al een half uur het licht uitgedaan heb, bedenk niet aangepast heb. Desondanks slaap ik redelijk, alhoewel ik op elk moment verdachte pijntjes voel. Ik ben maar vier keer wakker geworden. Om vijf uur ’s ochtends ben ik klaarwakker en sta maar gewoon op. Tenslotte stond de wekker op half zes. Heb ik een half uur extra om te zenuwen.

Met mijn oranje hardloopoutfit aan en mijn oorlogskleuren op mijn gezicht in mooi rood-wit-blauw, verder ben ik helemaal niet chauvinistisch hoor, lopen we bepakt en bezakt naar het ontbijt. Daar eten we niet alleen ons ontbijt, maar pikken ook nog tegen alle regels in een pannenkoekje en een minimuffin mee. Er zijn nu eenmaal situaties waarin burgerlijke ongehoorzaamheid geoorloofd zijn. Dan buiten verzamelen voor de bussen en krijgen we nog een laatste toespraak van Jan, onze trainer, opgeluisterd met de muziek van Sinatra en stiekem ook een beetje van Leen.

De bus rijdt dwars door Manhattan, en er is wat verwarring over of er nu omgereden wordt of er iets anders is, maar eenmaal in Brooklyn staan we voor een politiepost die onze weg verspert. We mogen niet verder en de weg is afgesloten voor het verkeer. Dat geeft een uitdaging, want het is de enige manier om bij het startvak te komen. Er wordt beraad gepleegd, en ondertussen tikt de klok verder. Na vele zenuwslopende minuten, gelukkig waren we nog helemaal niet zenuwachtig, valt het verlossende woord. We mogen niet alleen verder, maar krijgen ook nog een politie escorte om ons over de Verrazano brug te brengen. Moeten we nog wel even op onze tweede bus wachten, de derde is er blijkbaar al doorheen. Om 8:30 gaan we weer op weg, just in time voordat de rolstoelracers van start gaan om 9:00. We blijken zelfs op TV te zijn als we de brug over gaan, en de mensen in rolstoel die al klaar staan bij de start moeten opzij om ons er door te laten. Dát is nog eens een VIP treatment.

Eenmaal uit de bus scheiden onze wegen zich van de andere medelopers. We zitten in verschillende startvakken, waves en corrals. Alleen Marcel besluit met ons mee te lopen en later te starten, zodat hij ook boven langs de brug kan lopen in plaats van onder langs. Frank wil lekker in het zonnetje wachten, maar ik wil naar onze designated area en de tas met kleding afgooien. Voordeel van laat aankomen is namelijk dat je weinig wachttijd hebt, het is druk en de tijden zijn streng. Na een half uur heb ik hem eindelijk zo ver, en ik voel me pas gerust als de tassen hoog en droog in de UPS trucks liggen. Nu is er ruimte voor plassen, standjes kijken en foto’s maken, waaronder die met de bereden politie. Iets met paarden en zo. We horen de startschotten van wave 1, 2 en 3 gaan en zien ze over de brug lopen, en dan is het ook voor ons tijd om naar ons startvak te gaan. Maar niet nadat ik nog twee keer naar de WC gegaan ben. Eer dat we zelf starten ga ik nog minstens twee keer. In het startvak komen we een medeloopster tegen die haar enkel verzwikt heeft tijdens het instappen in de bus. Inmiddels dik ingetaped maar met pijn gaat ze kijken hoe ver ze komt, desnoods wandelend. Respect. Dan wordt ook voor ons het Amerikaanse volkslied gezongen, klinkt het startschot en komt Sinatra heel even voorbij. We zijn begonnen aan de New York marathon!

Van de Verrazano brug merk ik eigenlijk weinig. Veel te veel afleiding, foto’s maken en uitkijken naar Jan, die ergens bij Mile 1 moet staan. Ook de adrenaline doet veel, maar door de drukte lopen we niet te hard. We zien de mensen van Rijnmond en voor we het in de gaten hebben lopen we de brug alweer af. En dan begint het feestje. Ik word volledig overrompeld door de hoeveelheid mensen langs de kant, het enthousiasme dat ze opbrengen met juichen, schreeuwen, herrie maken en onze namen roepen. Het lijkt Crooswijk wel, maar dan al op kilometer 4! Ik kijk mijn ogen uit en maak regelmatig foto’s. We lopen dan ook ongemerkt een lekker tempo en ik heb totaal niet het gevoel dat ik aan het hardlopen ben. Veel borden met verwijzingen naar Trump, maar ook de meest ingenieuze leuzen en spreuken komen voorbij. Om de zoveel kilometer staan er livebands en we krijgen kramp in onze kaken van het breeduit lachen. Er staan ook veel Nederlanders langs het parcours, die ons natuurlijk extra aanmoedigen. Ook heb ik ontzag voor de enorme stroom mensen, die is gigantisch.

Binnen no time zitten we op kilometer 10. Het feit dat er in mijlen geteld wordt maakt het ook makkelijker. We moeten wel wat langer lopen voor elke nieuwe marker, maar daarmee schiet de afstand wel lekker snel op. Alleen om de 5km staat er een bord in kilometers, voor de toppers. Op ongeveer 12 km moet Frank plassen, en omdat ze hier alleen Dixies hebben betekent dat een rij en wachten. Ach, we verwachten toch geen PR. Het laatste stukje Brooklyn is de orthodox-joodse wijk. De straten zijn leeg en het is er opvallend stil. Even een oase van rust tussen de gekte en we waren er al voor gewaarschuwd. Op de grens met Williamsburg wordt het geluid weer aangezet en moeten we uitkijken naar Cees op links voor het fotomomentje. Hij is niet te missen in zijn rode Rijnmondjas en wij zien hem eerder dan hij ons. Niets dat een beetje aandacht trekken en roepen niet kan verhelpen.

Daarna de tweede brug over en zijn we op de helft. Mile 13 en een alleraardigste dame maakt een foto van ons. Om er even later achter te komen bij het volgende markeerpunt dat de helft eigenlijk 13,1 mile is. Ach, een kniesoor die daar op let. Over de brug zijn we in Queens, wat een relatief klein stukje is. Van daaruit mogen we de Queensborough Bridge op richting Manhattan en kilometer 25. Voor velen de plek waar de man met de hamer staat, en alhoewel wij rustig doorploegen is het wat mij betreft één van de zwaarste stukken uit het parcours. Niet alleen staat ook hier geen publiek, en gaat de brug redelijk stijl omhoog, maar hij is ook nog eens lang. Heel erg lang. Erasmusbrug 2.0. Ik voel mijn benen verzuren en denk aan al die niet gedane Squats en Lunches.

Het hoekje Manhattan op is wederom een kakafonie van geluid, en de immensiteit van deze marathon wordt opnieuw duidelijk als we mijlenver First Avenue op kunnen kijken. De stroom mensen is oneindig, net als de Avenue. Maar goed, eerst maar naar punt 27, waar de supporters staan. Dat blijkt 28 te zijn en we zouden ze bijna gemist hebben als ik niet een groep rode jassen zou hebben zien staan. Ben, de supporter van Angelique, staat nog braaf te wachten en geeft ons de Nederlandse vlag, voor later. Na een snelle omhelzing gaan we weer door, de heuvelachtig Avenue verder af. We zijn bijna bij 30 km, het punt waar iedere marathon pas écht begint. Voor mijn voeten, benen en billen is hij 5 km eerder al begonnen.

We lopen langs het standje van Powerbar, waar de op de Expo beloofde nieuwe fruitgels uitgedeeld worden. Als een echte Hollander neem ik er een paar mee voor thuis. Terwijl ik ze in mijn Flipbelt probeer te proppen blijkt er één open te zijn, en zit ik overal onder de smurrie. Dat is mijn straf omdat ik weer inhalig ben. Ik eet hem dan ook maar op, met het risico dat het verkeerd valt omdat ik hier niet op getraind heb. Heel even denk ik dat dat ook gebeurt, maar het trekt weg. We kunnen met een gerust hart op naar de Bronx.

Opnieuw een brug over, maar het is bijna de moeite niet. Ook de Bronx is een relatief klein stuk, maar daardoor niet minder gezellig. De laatste brug over terug naar Manhattan en dan kunnen we aan het eindstuk en richting Central Park beginnen. En dan begint de ellende. Niet één, niet twee maar op de lange mijlen vals plat van Fifth Avenue staan wel drie mannen met hamers, en ik word door elk wel geraakt. We hebben nooit de Afsluitdijkrun kunnen doen van 32 km, maar dit stuk voelt per definitie veel langer. Ik heb dan ook weinig oog meer voor het publiek, dat ik nog vaag wel regelmatig mijn naam hoor noemen, maar kan het niet meer opbrengen om te groeten of zelfs maar te erkennen dat ik ze gehoord heb. Ik hoop dat ze me het vergeven.

De laatste vijf kilometer willen we proberen om zonder verder stoppen uit te lopen, maar ik red het niet. Ik moét nog even wat drinken en stiekem daarmee even wandelen. Uiteindelijk vind ik mijn Terminatorknop en kan het nog net opbrengen om hem aan te zetten. En dan mogen we de hoek om, Central Park in. Daar staat Jan, die loopt een stukje met ons mee, en geeft me een kus vergezeld met de woorden dat het nog maar vier kilometer is. Vier kilometer duurt een eeuwigheid, maar we hebben geluk, we gaan een heel stuk bergafwaarts. Nog een keer een hoek om en dan het rechte stuk Central Park in de breedte. Ik hoor of zie niks meer, ik zet alleen nog maar mijn ene voet voor de andere en probeer ieder gevoel van pijn uit te schakelen.

Dan de laatste hoek om en de vlaggen langs de kant. Frank heeft onze vlag bij de ingang van Central Park al gepakt, en als het bordje nog 200 meter aangeeft pak ik hem ook vast en rennen we samen over de finish. We hebben het gehaald, en niet alleen dat, we hebben het ook nog nét gehaald binnen de vijf uur! En ik kan maar één ding zeggen. Ik heb zo wa-wa-wa-waanzinnig gedroomd! De uiteindelijke uitslag blijkt later 4:54:16. Voor mij dan, Frank is 1 seconde langzamer volgens de uitslag. Ik wil niks zeggen, maar dat zou betekenen dat we morgen in de New York Times moeten staan. We zullen zien. Zoals bij elke marathon betekent finish dat je stante pede geen stap meer kan zetten. Helaas in New York moet je dan nog 800 meter wandelen om je kleding op te halen en naar de uitgang. We strompelen dus gewoon lekker door.

Als we onze tassen hebben blijkt dat Marcel er nog niet is, en terwijl we wat droge kleding aantrekken komt Angelique ineens aanzetten. Ook aan de hand van de uitslagen van andere mensen die normaal gesproken veel sneller lopen blijkt dat we het helemaal niet verkeerd gedaan hebben. Velen zijn stuk gegaan of hebben kramp gekregen. Ik heb alleen verzuurde bovenbenen en enorme pijn in mijn voeten, maar dat had ik al dagen van überhaupt New York. Gelukkig is daar uiteindelijk ook de bus die ons naar het hotel brengt.

Daar gaan we lekker douchen, trekken we iets droogs aan en geniet ik van een zakje chips, alvorens ons om 20:00 te melden bij de afterparty. Daar horen we dat ook de dame met de verzwikte enkel het uiteindelijk gehaald heeft. Geen uitvallers dus. Na het eten gaat de muziek op tien en gebeurt het onmogelijke. Bij iedereen gaan de voetjes van de vloer, en ook mijn spieren worden warm en soepel van het dansen. Rond half twaalf gaat het licht bij ons uit en gaan we lekker naar bed. Plan voor morgen is in elk geval niet lopen en een fiets huren. En verder? Verder nog even nagenieten en starten met het schema voor Rotterdam 2017. Want die is alweer over vijf maanden.

Rotterdam, nog één keer om het af te leren!

2 Reacties

  1. Annemie

    Jullie hebben het fantastisch gedaan! Bedankt voor jullie support die laatste momenten op de brug! zonder jullie aanmoedigingen was ik na de brug misschien toch wel uitgestapt!

    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Jij ook diep, diep, diep respect, en we zijn enorm blij dat je het toch gehaald hebt!

Geen reacties toegestaan.