Liberation Trail Crew Life

Het avontuur is begonnen! Of misschien moet ik wel zeggen, weer begonnen. Vorig jaar heb ik mijn geluk beproefd tijdens een multistage trail. Oftewel meer dagen achter elkaar een leuke afstand lopen. In etappes liep ik de Liberation Trail van Normandië naar Arnhem in het kader van Operation Market Garden en D-Day. En jullie weten, zie je Bassie gaan, dan komt Adriaan er aan! Zij het een jaar later, maar dit jaar loopt Frank. Natuurlijk ga ik dan mee, niet om te lopen maar als crew. Vooruit, en ook om een stukje te lopen want ik pik vast wel wat kilometers mee. Ach ja, the things we do for love. Voor Frank, of voor het lopen, het is maar hoe je het bekijkt. Voor allebei denk ik dan maar.

Het is zondagochtend en we moeten ons melden op Utrecht Centraal. En net als vorig jaar is dat de grootste uitdaging. Niet alleen omdat we tassen te sjouwen hebben en de metro zo vroeg nog niet rijdt, maar ook omdat er weer ‘iets’ is met de NS en wel tussen Gouda en Utrecht, of Rotterdam en Gouda, of Rotterdam en Utrecht. Geen idee, feit is dat we via Den Haag moeten. Gelukkig kunnen we ook naar Hazeldonk. Minder reistijd, minder sjouwen en later opstaan. Alleen een gek vinden die ons ‘even’ wegbrengt. Onze aanstaande schoondochter wil dat wel doen maar wordt op haar fiets aangereden het arme kind. Gelukkig alleen blauwe plekken en een kapotte fiets maar die mag lekker in bed blijven liggen. Vriend Richard neemt de honneurs waar. That’s what friends are for, dus rond een uur of tien staan we op de schimmige parkeerplaats in Hazeldonk tussen de vrachtwagens kauwend op een croissantje op de bus die ons naar Frankrijk brengt te wachten. Ik krijg toch een beetje Roparun gevoel, ondanks dat we dit jaar niet mee konden omdat het samen viel.

De bus komt al snel en het is handjes schudden en namen uitwisselen die ik gelijk ook weer vergeet. Gaat wel een paar dagen duren voordat ik de namen aan de gezichten kan koppelen. Gelukkig zitten er ook een paar bekenden bij. Natuurlijk Simone en René, maar ook Herco, Doug en Sibbelien van vorig jaar zijn er. De busrit duurt lang, inclusief een paar stops, maar rond 18:15 zijn we dan toch bij Ferme Hay Day, waar het al een drukte van jewelste is. De jongens en meisjes van de VeVa, militairen in opleiding die ons deze week gaan helpen, zijn er al en het kamp is ook al opgebouwd. Als iedereen er is worden de Goodiebags uitgedeeld en ook als crew krijgen we een mooie tas met een shirt, een jasje en nog wat hebbedingetjes. Om 19:30 is het tijd om te eten, we krijgen hamburger met friet. Had ik dat geweten had ik geen hamburger met friet als lunch gegeten maar we lachen er maar om. Ik had het overigens kunnen weten want het staat in het draaiboek. Was ik even vergeten. Na het eten nog een kleine wandeling en dan spullen klaarleggen voor morgen want de wekker gaat om 6:15. Als ik überhaupt kan slapen.

Proloog 8 km Pointe du Hoc – Ferme Hayday

Gelukkig heb ik de wekker om 6:30 gezet want ook al heb ik weinig geslapen, we moeten om 7:00 paraat staan en toevallig was ik net in slaap gevallen. Dus, hup, hup er uit, aankleden en klaar staan. Waarom zo vroeg? Als crew is gevraagd om te helpen met een fotoshoot zodat ze wat leuke promotiepraatjes hebben voor de databank. Natuurlijk wil ik daar wel bij helpen, zelfs als het om 7:00 s’ochtends is. Sibbelien, Herco, Sol, Remko en José zijn ook mee. Hunk, Miek en René zorgen voor de techniek. We rijden eerst naar een kerkje met een mooi boogje en we mogen een paar keer heen en weer. Als groep met elkaar, één voor één, met twee. Langzaam rennend, snel rennend en dan wordt er weer gefotografeerd en dan weer gefilmd. Als de mannen en dame tevreden zijn rijden we naar de volgende locatie, het monument bij Omaha Beach. Vorig jaar stonden hier nog allemaal tenten en konden we er niet bij, nu is het verlaten op een verloren toerist na. Als we klaar zijn doen we nog een derde sessie bij de single track onderlangs de begraafplaats waar we vorig jaar de eerste etappe liepen. Tegen negenen rijden we terug voor het ontbijt. Vooruit, nog een paar foto’s bij het oude ponton langs de kant en dan mogen we douchen en aan de croissantjes.

Dan is het al gauw weer haast maken want de bus vertrekt om 10:30 naar de Amerikaanse begraafplaats. Ook nu kunnen we dit jaar wél bij het grote monument wat vorig jaar nog afgesloten was. Desondanks is het best druk. Na bijna anderhalf uur hebben we weer genoeg kunnen bekijken en gaan we richting de Duitse begraafplaats waar we eerst ons lunchpakket opeten. Na het inmiddels bekende praatje van Herco lopen we nog rustig rond voordat we naar de start van de proloog rijden, Pointe du Hoc. Dit is voor mij ook nieuw. Het is behoorlijk druk en veel is afgesloten maar we kunnen wel even in de bunker kijken tussen alle toeristen door. Na het laatste praatje van Herco zijn we er klaar voor, we mogen gaan rennen.

Het is ongeveer 8 km naar de camping en het is inmiddels best warm geworden. Benauwd vooral want er hangt veel vocht in de lucht. Toch lopen we aardig door en ruim binnen het uur zijn we terug. Na een lekkere douche wachten op het eten als René vraagt of we ook mee gaan voor de middag fotoshoot. Natuurlijk doen we dat, dus ik trek weer een setje hardloopkleding aan en met hetzelfde team als in de ochtend, met uitzondering van Sol, rijden we nu een stuk verder, namelijk naar het klif van de beach etappe en waar vorig jaar de eerste verzorgingspost stond. Het zonnetje breekt door en het uitzicht is prachtig. Jammer van een aantal toeristen, een auto en twee fietsers die respectievelijk in ons beeld lopen. Maar met de nodige creativiteit en rennende heen en weertjes lukt het toch om wat mooie plaatjes op camera te krijgen. Het is al relatief laat als we terug op de camping zijn. Iedereen heeft al gegeten maar gelukkig hebben ze wat wraps voor ons bewaard. Als die op zijn krijgen we nog een crew briefing voor de volgende dag en dan is het zo langzamerhand tijd om ons bed op te zoeken.

Stage 1 45 km Sainte Mere Eglise – Carentan les Marais

Zowaar heb ik beter geslapen dan gisteren en ik kom dan ook pas om 8:00 mijn veldbedje af. Met als gevolg dat ik de laatste ben die gaat douchen en het warme water op zijn zachts gezegd een beetje op is. Gelukkig is er een trucje en hoef ik niet helemaal als Saskia Hof door het leven. Om mijn gewicht een beetje op te voeren eet ik ook vandaag een croissant en stokbrood als ontbijt. Daarna de laatste spullen pakken want om 10:30 vertrekken we naar St. Mere Eglise. Mijn innerlijke Japanse toerist kan haar hart ophalen met het maken van foto’s alvorens het startsein voor de lopers gegeven wordt en wij naar verzorgingspost 1 vertrekken. En alhoewel het kriebelt vind ik het ook wel prima om niet te lopen vandaag. 

De verzorgingspost staat op Utah Beach. Ook hier weer genoeg om op de foto te zetten en ik heb er zowaar ook nog even tijd voor voordat de eerste loper komt. Vorig jaar zijn we hier ook niet geweest dus allemaal nieuwe kiekjes om te schieten. Als de eerste loper er is mogen we aan de bak en is het een komen en gaan in een doorgaande beweging. Iedereen zit redelijk dicht bij elkaar dus we hoeven niet heel lang te wachten tot iedereen geweest is. Van daar uit door naar verzorgingspost 2 waar ik blijf tot het eerste groepje geweest is. Ik ga met Mark naar de finish waar we opnieuw wachten tot iedereen uiteindelijk binnen is. Tussendoor scoor ik nog een eclair, what else ik ben tenslotte in Frankrijk, zodat ik mijn suikergehalte op standje maximaal kan houden, en rond een uur of zes is iedereen binnen. Er wordt opgeruimd, de lopers gaan in een jeep naar de camping en wij mogen in de warme bus mee. Daar kunnen we meteen door voor het avondeten. Daarna spullen klaarleggen en op tijd naar bed. Morgen mag ik weer meelopen.

Stage 2 51 km Luc sur Mer – Omaha Beach

Ik heb zowaar een beetje geslapen vandaag en sta dan ook tevreden om 7:30 op. Zou het dan toch wennen, dat ‘kramperen’? Als ik even later onder een gebrekkige douche sta te hannesen die niet warm wil worden weet ik het antwoord op die vraag. Maar voor nu zal ik het er mee moeten doen. Ik varieer mijn ontbijt met een chocoladebroodje in plaats van een croissant en zorg dat ik netjes om 10:30 in vol ornaat klaarsta. De dropbag voor VP1 ligt op de juiste plek en mijn trailvest volgestouwd met eten en drinken. Ik ben klaar voor de ultra. 

We rijden naar Sword Beach waar we volgens planning om 11:30 moeten starten. Waar de planning geen rekening mee gehouden heeft is een grote touringcar die door de smalle straatjes van een klein Frans dorpje dat dapper weerstand biedt moet. Maar Fred, onze chauffeur, is een expert en niet voor één nauw straatje te vangen en na wat zweetdruppels en ingehouden adem manoeuvreert hij het grote gevaarte netjes zonder kleerscheuren de nauwe bocht door. Dit doen we echter geen tweede keer meer dus de navigatie gaat op standje ‘alleen brede straten’ en met een kleine omweg komen we dan toch waar we zijn moeten, zij het een half uurtje later. 

Herco doet zijn verhaal en daar waar de zon een paar dagen vrij gehad heeft, gaat hij er nu met volle energie tegenaan. Gelukkig moet de zeebries ook nog een paar uur aan het werk dus het is te doen. Voor sommigen van ons dan. Na de groepsfoto gaan we van start en al gauw lopen we langs de boulevard. Het is raar om deze route nu andersom te lopen en ik moet echt even schakelen. Waar kwam ook alweer wat en hoeveel kilometer was dat, maar dan andersom? De herinneringen volgen zich al snel op. Frank doet rustig aan. Niet alleen doet zijn voet nog zeer bij het opstarten, maar hij heeft vooral ook last van de warmte. Dit is niet zijn weer. Hij rent 3 km om vervolgens 300 meter te wandelen, en hij is niet de enige die rustig aan start. Het geeft mij de gelegenheid om af en toe vooruit te hollen en rustig foto’s te maken. 

Het eerste herkenningspunt is op 5,5 km bij het Canadian House, waar Herco staat te wachten op Doug die iets met een vlag moest doen voor de burgemeester van Ottawa. Die loopt helemaal achteraan dus we blijven niet wachten. Ik herinner me dat hier vorig jaar de verzorgingspost stond, die staat nu iets verder op 11 km. Maar eerst lopen we nog een stuk over het strand, Juno Beach. Omdat het eb is, is het heel breed. Vorig jaar liep ik hier laat op de dag en was de zee een stuk dichterbij. Nu kunnen we mooi breed uit lopen over vlak zand. We komen aan in Courseulles-sur-Mer maar ‘mijn’ ijszaakje is nog dicht. Tenslotte is het pas 13:00. Ik vermoed dat ik nog wel ergens anders de kans krijg om een ijsje te kopen.

We lopen door het dorp en komen aan bij een monument in de vorm van een groot kruis. Weer een oh ja momentje, helemaal als ik de tank zie staan waar je een foto met een D-Day kader kan maken. Een aardige dame maakte de foto toen, en omdat Frank een stukje doorgelopen is moet ik ook nu aan iemand vragen om een foto. Terwijl ze daar mee bezig is komt toch ook Frank er bij. De route liep hier langs dus hij moest terug. Ik zag Simone een duinpaadje inschieten en wij volgen op de voet. Ik krijg stante pede Duinhopper flashbacks, zo ergens bij Katwijk en Noordwijk.

Op 11 km staat de Crew klaar om ons water bij te vullen, daarna gaan we snel weer door langs het duinpad tot de 14 km, waar onze route afgesloten is. We zullen er omheen moeten maar gelukkig kunnen we 500 meter parallel lopen tot we het strand weer op gaan. Bijna 6 km lang en ik vind het een prachtig stuk. Er is niemand, alleen in de verte zien we Simone voor ons lopen. Frank vindt het niks maar ik zou hier uren kunnen blijven hangen. Aan het einde van het strandgedeelte komen we bij de eerste pontons van de binnenhaven die gemaakt is tijdens de oorlog. Bij vloed liggen ze vooral onder water, nu zijn ze duidelijk zichtbaar en kan ik zelfs bij de voorste gaan staan voor een foto. 

Van daar uit duiken we de boulevard weer op, nu bij Arromanches-les-Bains. Ik zeg tijd voor ijs! Ik pak de eerste de beste ijssalon en bestel een hoorntje met twee bolletjes. Voor Frank een blikje Fanta als er even paniek is omdat mijn bankpas het niet doet. Gelukkig hebben we altijd iets van losgeld bij ons. Later bedenk ik me dat ik mijn data uitgezet heb om batterij te sparen, maar zo kan het ook. Likkend en smakkend lopen we nu door de hoofdstraat om vervolgens weer naar boven te lopen het klif op. We zijn bijna bij verzorgingspost twee maar tegen die tijd is mijn ijsje al op. Frank is even bang dat we hem gemist hebben maar ik weet precies waar hij staat, niet alleen omdat hij daar vorig jaar ook stond, maar omdat we hier eergisteren de fotoshoot gedaan hebben.

Als we er zijn nemen we even de tijd om te eten en te drinken, bij te vullen en vooral opnieuw in te smeren met zonnebrand want het gaat hard. Ik voel mijn neus al branden. Eleo is er nog maar gaat net weg, daarvoor lopen Simone en Tom, Doug nog steeds achter ons. Uiteindelijk gaan we toch weer door en lopen we nu boven op de prachtige kliffen. Daarna langs de bunkers met de kanonnen waar ik natuurlijk Frank op de foto zet. Zelf heb ik hem al. Aan het eind, 4 km verder, is het even zoeken naar de juiste route tot we bij het monumentje komen waar ik vorig jaar mijn lintje achter liet. Dit jaar heb ik mijn poppy bij me die ik hier nu ook weer achter laat. We gaan het dorp weer in en komen langs een dame die met een hogedrukspuit de stoep aan het schoonmaken is. Frank vraagt of hij zijn hoofd mag spoelen en de dame is zo aardig om de druk op een laag pitje te zetten. Daarna sjezen we naar beneden en komen in Port en Bessin, waar mijn sleutelhanger met vliegtuigje vandaan komt. En ik weet het weer. We mogen nu steil omhoog.

Gelukkig laat verzorgingspost twee niet lang op zich wachten, van de twee heren en de dame van de VeVa zit Kyano lekker op een stoel, die was oververhit, en Doug komt er net aan als wij weg gaan. Ik krijg tevens bericht dat Simon het ook zwaar heeft maar nog wel op kop loopt. We dribbelen door en moeten nu het dal, weiland en wat struiken door. Vorig jaar was het zoeken, nu vanaf de andere kant is het wat makkelijker vinden. Makkelijker vinden, maar niet makkelijker afdalen. De brandnetels hebben een field day. Maar uiteindelijk staan we dan toch beneden en na het oversteken van de straat komen we bij ‘de muur’. Vorig jaar hier bijna een half uur lopen zoeken hoe we er over moesten, nu wijst Frank naar een pad dat er naast loopt. Dat was toen onbegaanbaar, nu wagen we een poging en nog steeds is het een uitdaging. Niet alleen brandnetels en hoog gras, maar vooral ook doornstruiken. Maar ja, je heet niet voor niets Dorenbos. We worstelen er ons doorheen en gaan de heuvel op, om opnieuw voor een op het oog ondoordringbaar struikgewas. ‘Als het goed is, is dit maar een klein stukje’.

Het is niet goed. We kunnen zien waar de rest gelopen heeft maar dat maakt het niet makkelijker. Stapje voor stapje zoeken en vinden we onze weg, net zo goed als dat de dorens onze benen en armen vinden. Ik weet niet wat erger is, de dorens, de brandnetels of de angst dat het misschien toch doodloopt en we terug moeten. Dan denk ik aan een quote die ik onlangs voorbij zag komen en notabene zelf op Facebook heb gepost. ‘If you go through hell, keep going. Why stop and stay there?’ Bovendien, aan alles komt een eind, zelfs aan een portie zelfkastijding door het struikgewas. Maar ik zou toch zweren dat het vorig jaar korter was. Eenmaal er doorheen moeten we even bijkomen maar we lopen wel door, al was het maar om onze gedachten van de jeuk af te leiden en niet te gaan krabben. Mijn armen en benen zien er uit alsof ze door de gehaktmolen zijn gehaald. Oorlogswonden noem ik dat, never better said.

Vanaf nu is het alleen nog maar ‘makkelijk’ en lopen we naar Omaha Beach. Eenmaal daar is het nog maar 10 km en mogen we gaan aftellen. Gelukkig maar, ik ben er wel weer een beetje klaar mee. We krijgen de single track beneden aan de Amerikaanse begraafplaats en mogen daarna weer het strand op. Daar wacht ons nog een verrassing als we halverwege Remko zien staan zwaaien. Ze hebben een extra verzorgingspost en de sinas en dropsleutels zijn meer dan welkom. Rudi en Melanie staan daar ook en gaan net weg. Tot mijn verbazing zijn we een kilometer verder ook al bij het grote monument van Omaha Beach, waar Frank natuurlijk ook op de foto moet. Tenminste, als ik hem kan losrukken van zijn praatstoel want het is leuk dat mensen geïnteresseerd zijn in het verhaal, maar om dat nu uitgebreid een half uur te gaan zitten uitleggen…

Als ik hem eindelijk meegetroond heb maken we de foto en lopen langs de boulevard weer verder. Weer twee kilometer verder mogen we de heuvel weer op richting camping. Nog even langs de oude pontononderdelen, inclusief foto, en dan tikken de kilometers snel weg. Kerkje met boogje van de fotoshoot, een stuk vervelend gras en asfalt op de weg. Als we er nog twee te gaan hebben komen we Rudi en Melanie weer tegen, die we uiteindelijk voorbij lopen. Ik ben het zat en Frank wil aan het bier. Het laatste stuk is een kadootje als we vals plat naar beneden mogen en dan zijn we er. Nog wel even doorlopen de camping op tot aan de finish vlag. Foto, biertje, nog even honderd meter volmaken voor een mooi getal, 53,35 km, voor 53,53 km ben ik te lui, en dan de zooi uit en lekker douchen. Tegen de tijd dat ik klaar ben kunnen we eten. Morgen vertrekken we naar België en moeten we het kamp opbreken dus zo veel mogelijk inpakken en klaarleggen. Ik ga laat naar bed.

Stage 3 16 km Night Trail Petit Coo

Met de brandende en jeukende krassen op mijn huid vannacht slecht geslapen. Ik had de wekker om 6:15 gezet als ik wakker word van een zeer onaangenaam geluid. Regen. Dan gaat mijn wekker af. Het is 5:15 dus blijkbaar heb ik mij vergist. Het geeft niet, ik ben toch wakker. Ik blijf nog even liggen en ga dan douchen. Ik wil mijn haar wassen dus ik hoop op warm water als ik de eerste ben. Maar hoop is het begin van teleurstelling zeggen ze wel eens en ik moet het doen met een beetje lauwwarm. Nou ja, alles beter dan ijskoud en ik heb de tijd. Als het water toch niet warm is hoef ik me ook niet schuldig te voelen als ik er wat langer over doe. Eenmaal aangekleed is het wachten tot de rest ook wakker is, dan kunnen we de tenten gaan afbouwen. Door de regen is er water in de stekkerdozen gekomen met als gevolg kortsluiting. Geen stroom betekent geen opladen. Voor dit soort noodsituaties heb ik een powerbank dus dat komt straks in de bus dan wel. Tenslotte hebben we de hele dag de tijd.

Als iedereen wakker is wordt er tussen de buien door hard gewerkt om alles af te breken en op te vouwen. Dan kan het in de legertruck van de VeVa en kunnen die op pad. Wij gaan ontbijten, voorlopig voor de laatste keer croissantjes. Ik denk dat ik maar minstens een weekje wacht voor ik thuis weer op de weegschaal ga staan. Dan is het wachten tot we kunnen vertrekken, wat we een half uur voor op schema doen. En dat is maar goed ook, het gaat allemaal niet zo snel onderweg. Het weer knapt enorm op hoe dichter we richting België komen. Na drie stops, inclusief lunch en een milkshake bij de McDonalds, komen we eindelijk aan in Coo. Gelukkig heb ik in de bus wat kunnen slapen.

Tegen zevenen komen we aan op de camping en we krijgen pizza’s als avondeten. De VeVa’s zijn er ook al maar de truck nog niet, dus er kan nog geen kamp opgebouwd worden. Dan gaan we maar een stukje lopen. Om 21:00 vertrekken we, Frank en ik lopen samen. Als we de brug voorbij zijn mogen we The Iceberg omhoog. Die kennen we en langzaam maar gestaag lopen we omhoog. Ik ben verbaasd dat het me wel moeite kost, maar eigenlijk toch best wel aardig gaat. Niet alleen Doug maar ook Tom loopt achter ons en met zijn vieren bereiken we uiteindelijk de top. Tenminste, de top van onze route en mogen we opzij over vlak pad. Maar eerst nog een foto van ons vieren met het dal op de achtergrond. Sibbelien, die alleen omhoog en omlaag loopt vandaag, maakt hem voordat ze aan haar afdaling begint.

Dan maken we vaart en denderen we heerlijk naar beneden, een paar kilometer lang. Zo gaat het wel hard en op een navigatiediscussiepuntje na, ‘we moeten hier naar links, nee we moeten rechtdoor’, vliegen de kilometers voorbij. Het was nog licht toen we vertrokken, maar na 6,5 km moeten we toch echt ons lampje aan. Je kan duidelijk merken dat we in de Ardennen lopen, what goes down, must go up en we hebben fun met de rotsige ondergrond. Als we door een droge rivierbedding lopen herinner ik me weer dat aan het eind de verzorgingspost staat. Mijn geheugen is echter niet helemaal nauwkeurig meer en we zijn al voorbij de 9 km als ik dan toch Herco in de verte aan het eind van een steegje zie staan. Vorig jaar was het al pikkedonker, nu schemert het.

We blijven niet lang hangen, beetje cola en weer door. Er komt een pittig klimmetje, en nog één en nog één maar de kilometers worden steeds meer afgeteld en als we weer een stukje naar beneden mogen zie ik ineens lampjes. Rudi en Melanie hebben Sven opgepikt en het blijkt maar weer dat ervaring het soms wint van de jeugd. Zij dalen voorzichtig af, wij zijn dit gewend en doen het iets sneller. We laten ze achter ons en duiken de berg weer op. Ook nu is het even zoeken naar het pad, net als vorig jaar, maar dan toch gevonden om weer op een vlak pad te komen. Dat pad brengt ons uiteindelijk naar de laatste afdaling terug naar de voet van de berg en uiteindelijk naar de camping, waar we onder applaus onthaald worden. Het is inmiddels twaalf uur geweest maar we hebben het ruim drie kwartier sneller gedaan dan ik vorig jaar. Tijd dus om rustig te douchen en spullen te pakken voor morgen. Wel is er een kleine hick up geweest met de truck. Die heeft heel lang vastgestaan voor een tunnel dus de tenten zijn nog niet opgebouwd. De deelnemers moeten in de party tent slapen, er is een tent voor de dames en voor de Crew. Ben ik blij dat ik bij de Crew hoor. Lekker slapen, morgen weer een dag. Dit is de laatste keer dat ik meeliep deze week, en stiekem vind ik dat helemaal niet erg.

Stage 4 27 km  La Gleize – Petit Coo

Zowaar redelijk goed geslapen ook al was het kort. Om 7:30 ben ik wakker en ga gelijk even douchen. Even wat euro’s wisselen voor een douchemuntje en dan ontbijten. Mijn taak vandaag is eerst VP 1 en dan VP2, maar eerst gaan we allemaal naar het museum 44, met de tank voor de deur en waar de VP staat. Ik rij met Janneke mee want er is een militaire beurs en de toegang is afgesloten. Met twee dames die smekend kijken omdat we anders spullen moeten sjouwen mogen we er door om na het uitladen het busje weer ergens anders te parkeren. We bouwen op en Herco geeft zijn praatje voordat we het museum bezoeken. Om 11 uur is het tijd voor de start. Het is bloedheet vandaag dus dat wordt wel een uitdaging. De lopers maken eerst een lus om na 11 km weer bij ons uit te komen, VP1. Als ze weg zijn is het wachten en ik realiseer me dat ik vergeten ben een lunchpakketje te maken. Gelukkig is er een delicatessenwinkeltje in de buurt en kan ik daar een broodje met wat geitenkaas kopen. Daarna is het wachten tot de eerste loper komt.

Dat is Remko, die gaat als een speer. Daarna volgt langzaamaan de rest, het deelnemersveld zit niet heel erg ver uit elkaar. Als er nog 4 mensen moeten komen gaan Mark en Janneke naar VP2 en blijven Rene en ik wachten op de laatsten. Daarna is het inpakken en ook naar VP2. Als ook daar de meesten zijn geweest rij ik met Rene mee naar de finish, zijnde de camping. Ik haal nog een ijsje, doe een tukje en rond een uur of 17:30 hebben we BBQ. Er is tijd om een lekkere avond te hebben want morgen gaan we alweer naar Nederland en moet iedereen heel vroeg op.

Stage 5 81 km Eindhoven – Berg en Dal

De wekker is genadeloos en gaat gewoon om 4:00 af want klokslag 5:00 vertrekt de bus. Voor die tijd moeten de tassen nog ingepakt, het kamp afgebouwd en opgeruimd en we moeten nog een stukje met alle zooi van de camping naar de bus lopen. Gelukkig kan ik in de bus nog wat slapen want het is een ritje van twee uur tot aan Best. Sjoerd, een deelnemer van vorig jaar, heeft me gisteren geappt en wil naar de start komen. De start is echter met een uur vervroegd dus ik app gauw terug anders staat hij daar straks voor niks. Het wordt wel spannend vandaag. Er is hel en verdoemenis voorspeld met hitte en onweer. Er zijn al evenementen afgelast of aangepast. Wij gaan het even aankijken maar vooralsnog gewoon starten. 

Als we bij Best aankomen staat Peter McBanshee al op zijn doedelzak te spelen. Het is wel warm maar vooralsnog bewolkt en als er al onweer komt zal het vooral einde dag zijn. Herco doet zijn verhaal bij het Joe Mann monument als toch Sjoerd op het laatste moment komt aanlopen, precies op tijd om de start te zien. Als iedereen op pad is gaan wij rustig aan bewegen richting de VP. We rijden allemaal er naartoe, inclusief Steve die niet gestart is. VP1 is bij de molen in Eerde, een alleraardigst dorpje met een kerk, een kroeg en de molen met een klein winkeltje. Oh, en een verse bakker, dus ik zeg ‘croissants’! Remko is al die kant op en samen met Sibbelien loop ik daar ook heen. We kopen niet alleen croissants, maar ook gebakjes, wat vers brood en een ‘appelfluffeldinges’. Een soort krentenbrood met appel en room of zo. Het zal wel lekker zijn. Het gebak en de croissants gaan er in als koek terwijl de eerste lopers binnen beginnen te druppelen.

Als ongeveer de helft geweest is gaan Mark, Sibbelien, Steve en Herco naar VP2 en blijft de rest, zijnde Janneke, Remko en ik, wachten tot de laatste loper is geweest. Met Frank gaat het wel ok, maar hij heeft het wel erg warm. We ruimen de boel op, laden alles in en rijden naar VP2, die al lekker opgetuigd staat. Nu wachten we weer op de lopers. Op een gegeven moment krijg ik een appje. Frank is bij de tussenpost uitgestapt. Shit, maar hem kennende is het inderdaad gewoon te warm. Toch blijft het balen alhoewel ik denk dat ik het erger vindt dan hij. Hij is er altijd wel redelijk nuchter onder maar ik had het hem zo gegund om gewoon alles uit te lopen. Ik bel hem en hij is inmiddels onderweg. Als hij er is, is hij er inderdaad erg nuchter onder. So be it.

Dan is het tijd voor ons om naar VP3 te gaan. Ronald is al ruim onderweg er naartoe. Wij gaan eerst nog even langs de McDonalds maar die blijkt verder dan gedacht en we willen geen risico nemen om te laat de VP op te zetten en Ronald te missen. We keren om en rijden rechtstreeks naar Overasselt. Daar zit een snackbar dus de lunch komt goed. Als we de VP opgezet hebben maken we een praatje met een groep mensen die daar zijn. Ze hebben een amfibievoertuig uit de oorlog en gaan daar mee varen. Hoe toepasselijk. Als die het water in is gaat Janneke snacks halen. Ondertussen halen wij Ronald binnen en mag ik eindelijk mijn geheime taak uitvoeren. Ik heb van René een zak met sleutelhangers gekregen in de vorm van een medaille en met ‘Halfway Thrue Hell 333’ er op. Die mag ik uitdelen aan het eind van de 4 km oever en het lange gras. Ronald vertelt overigens dat het minder erg is dan vorig jaar maar desondanks blijft het een uitdagend stuk om te lopen.

Vanwege de warmte maant Remko iedereen om lekker in de Maas af te koelen en menigeen die daarna langs komt geeft daar gehoor aan. Nu is het een komen en gaan van lopers terwijl wij zorgen dat ze alles wat ze nodig hebben kunnen krijgen. Uiteindelijk zijn Eleo, Doug, Simone en Winnie de laatsten waar we iets voor kunnen beteken en als ook zij weer op pad zijn kunnen we opruimen en richting de camping waar ook de finish is. We nemen Bert mee, die heeft besloten te stoppen. Te warm maar vooral ook enorm veel last van zijn been. Als alles ingeladen is gaan we voor de laatste keer op pad vandaag. Bij de camping even lekker douchen, bed klaarmaken en eten terwijl alle deelnemers langzaam aan binnendruppelen. Morgen de laatste stage en morgenavond vooral lekker slapen in mijn eigen bed.

Stage 6 45 km Ginkel Heath – John Frost Bridge

Vannacht toch weer iets beter geslapen maar desondanks begint de vermoeidheid nu wel toe te slaan. Eerst maar eens douchen. Niet dat het heel veel zin heeft want alle kleding is vies en binnen no time ben ik toch weer aan het zweten. Gisteren al besloten om gewoon hardloopkleding aan te trekken, dat zit met dat warme weer net even wat lekkerder dan katoenen kleding. Dan de tassen inpakken en voor de laatste keer het kamp opbreken. Spullen naar de bus sjouwen en dan brengt Fred ons naar de Ginkelse Heide waar de start van deze laatste etappe is. 

Als we daar aankomen is het druk. De burgemeester van Ede is er en een heleboel familie en vrienden van de lopers. Als iedereen zich verzameld heeft doet de burgemeester zijn praatje. Daarna vertelt Herco voor de laatste keer zijn verhaal, maken we nog een groepsfoto bij het monument en mogen de lopers zich klaarmaken voor de start. Ik tel af en zwaai met een lintje en dan zijn ze op weg. Op naar de finish bij de John Frostbrug, ongeveer 45 km verder.

Ik ga met Sibbelien en Simone, die net als Doug vandaag niet meer meeloopt, naar VP1. Die is bij station Wolfheze. Mark gaat met de bus gelijk door naar de finish, alleen de dropbag achterlatend. De spullen voor de VP worden zo gebracht door het busje van de VeVa, die dan de dropbags weer naar VP2 brengt samen met de proviand voor die VP. Ondertussen wachten we en gaan Simone en Sibbelien op zoek naar koffie. Ik let op de spullen. In de tussentijd komt Janneke met de kids langs en als Simone en Sibbelien terug zijn ga ik op zoek naar een blikje chocomelk.

We houden de lopers goed in de gaten via de trackers als het spannend begint te worden. Net als ik wil gaan bellen komt het VeVa busje aanrijden. De spullen worden uitgeladen maar de boodschap is duidelijk. De opdracht is direct terugkeren. Niks geen tassen en proviand naar VP2 brengen. Waarschijnlijk een miscommunicatie dus we gaan niet in discussie maar bellen Mark. Als we die niet te pakken krijgen bellen we René en spreken af dat hij eerst langs VP1 komt, dan kijken we wel verder. Jeroen is vandaag de eerste loper die bij ons komt en vanaf dat moment druppelen ze één voor één binnen. Ondertussen brengt Janneke zometeen Sibbelien naar VP2 met spullen zodat ze daar op kan gaan bouwen. Remko liep het eerste gedeelte mee maar blijft bij VP1. En ik?

Ik besluit naar VP2 te rennen. Ik kan nog een June Weekend 5K run badge verdienen, ik heb mijn loopspullen aan ook al zijn de schoenen de meest oude en versleten paar dat ik heb, het is maar 4,5 km en er is toch weinig plek in de auto die ons daar naar toe moet brengen. Ik ga op pad, Remko neemt mijn tas mee net zoals ik de zijne meegenomen heb toen hij het eerste stuk liep. Het is een relatief rechte weg en al snel kom ik Rudi en Melanie tegen. Ik ga ze voorbij als ik even later naar rechts moet. Ik sta nu voor het smalle tunneltje dus daar moet ik natuurlijk een foto van maken. Omdat ik verder niks bij me heb zoek ik iets waar ik mijn telefoon tegen aan kan houden. Ik vind niks maar niet getreurd, inmiddels zijn Rudi en Melanie er en Rudi wil wel een foto maken. Kan Melanie er mooi bij. 

Daarna door het tunneltje en het lange fietspad richting Oosterbeek. Ik kom Jeroen ook nog tegen, die is weer misselijk maar ik kan weinig voor hem doen en zijn familie is er, dus ik ga maar door. Het is warm en benauwd dus ik snap wel dat het gisteren maar ook vandaag zwaar is. Ik loop door en omdat ik de kortste route loop, kom ik langs de weg terecht over het fietspad. Tenminste, de lijnen op de weg die als fietspad moeten dienen. De langsrazende auto’s kijken een beetje chagrijnig maar hé, als ik een fiets was geweest hadden ze ook opzij gemoeten. Uiteindelijk kom ik niet veel later aan bij de verzorgingspost en heb ik mijn 5 km badge verdiend. 

Eenmaal geïnstalleerd wijt ik mij weer aan mijn taak, zijnde de lopers verzorgen met eten en drinken. We hebben watermeloen vandaag en dat valt goed in de smaak. Frank komt weer aanlopen en hij is lekker op dreef. Hij loopt ergens op de zevende plek en het is duidelijk dat dit zijn weer, zijn omgeving, zijn dag en zijn route is. Gelukkig maar. Dan is het weer tijd voor de organisatie. Sibbelien wordt naar VP3 gebracht om daar op te bouwen, Remko is naar de finish, Janneke gaat even lunchen met haar kids, Rene neemt vast wat spullen mee en ik bewaak het fort. Ondertussen gaat Simone Hartestein bezoeken en als ze daar mee klaar is en Jaap opgehaald wordt door zijn vrouw en kinderen kan ze met hem mee naar de finish. 

Tegen de tijd dat de laatste loper voorbij komt, in dit geval Eleo, komt Janneke ook terug en kunnen we, nadat Eleo weer dapper op pad gaat, opbreken en naar VP3. Daar blijf ik niet lang. Frank is ondertussen lekker doorgelopen en komt er al aan. Als hij geweest is wil ik naar de finish om hem daar straks te kunnen verwelkomen. Ik kan meerijden met Hunk. Bij de finish is het wachten. Ik zoek contact met Frenk om te kijken waar hij uithangt. Ik verwacht Frank rond half vijf bij de finish en Frenk en Kyra zijn net op tijd aanwezig. Nog ongeveer tien minuutjes wachten als het moment dan eindelijk daar is. Frank komt er aan, finisht en dan zit zijn avontuur er op. We blijven nog even hangen voor wat eten en drinken, zien nog een paar mensen finishen als we zo langzamerhand op huis willen. Frenk moet nog werken en wij zijn ook wel moe. Tenslotte moet ik morgen ook weer werken en eer we thuis zijn, gedoucht, gegeten hebben en wat rotzooi opgeruimd is het ook al weer laat.

Frenk haalt de auto en we laden alle tassen in. We nemen afscheid en gaan op pad. Als we de brug over rijden kom ik er achter dat Frank zijn rugzak nog bij de finish ligt, dus rechtsomkeert. Gauw pakken en dan alsnog op weg naar Rotterdam. Als we bijna thuis zijn halen we chinees en na het eten nemen Frenk en Kyra afscheid en kunnen wij nog even aan de bak om uiteindelijk toch nog even op de bank te ploffen. De berichten in de app groep zijn nog talrijk, iedereen is nog vol van afgelopen week. Het was weer een mooi avontuur. 

Wat wordt de volgende uitdaging? We hebben 100 km voor The Great Escape en de 200 km voor de Bello Gallico op de planning staan. Tussendoor nog op vakantie en ergens ‘iets’ in 020. Naast natuurlijk de loopjes met de Bende van Ellende en natuurlijk de Halve Marathon van Urk. Genoeg te doen dus dit jaar. Voor volgend jaar gaan we het allemaal weer bekijken. Is de Liberation Trail nu done and dusted? 

Het lonkt, het kriebelt, dus ik sluit niks uit!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *