Trail des Fantomes: Aan alles komt een eind

De vakantie is voorbij. Voorbij? Nee, niet helemaal. Nog één weekendje biedt dapper weerstand aan het weer aan de bak moeten. Alhoewel, we moeten nu ook aan de bak, maar toch anders. Nadat we woensdagavond thuis gekomen zijn van onze trip naar Denemarken, en donderdag drie wassen hebben gedraaid, fotos opgeruimd, een paar boodschappen gedaan, naar de masseuse zijn geweest, mijn haar heb laten doen bij de kapper, paardgereden en het skelet weer recht heb laten zetten door de Chiro, kan de sporttas weer uit de kast en inpakken voor het jaarlijkse uitje naar La Roche en Ardenne voor de Trail des Fantomes. 

Dit wordt de achtste keer en nadat ik vorig jaar voor het eerst uit moest stappen wegens mijn fysieke gesteldheid en een onfortuinlijke valpartij, ga ik dit jaar voor de revanche. Met ooit een keer de 60 km en de 70 km had ik destijds al besloten niet langer dan tussen de 40 km en 50 km meer te lopen hier. Dit jaar komt hij uit op 55 km, wat dan weer neerkomt op een GPX van 57 km maar dat weet je nooit van tevoren. Maar ja, de eerstvolgende kortere afstand op zaterdag is de 20 km, en dat vinden we dan weer een beetje te kort, dus we doen het er maar mee. Bovendien zit ik op de wip om het sowieso de laatste keer Fantomes te laten zijn. Ik bedoel, het is hier heel leuk en zo, maar het wordt steeds drukker, er is nog zoveel meer te doen en heel eerlijk heb ik niet zo veel zin meer in die hele technische stukken. 

Vrijdag rijden we relaxt richting de Ardennen waar we in de middag aankomen. We waren laat met het boeken van een accommodatie dus ons standaard appartementje zat vol. Het is een hotelletje in de buurt geworden. Net zo dichtbij maar aan de andere kant van de brug. Grootste voordeel, privé parking want dat is altijd wel een uitdaging in La Roche. Vrienden Richard en Natascha staan weer op de camping in de buurt, samen met zoon en schoondochter Jur en Danique die dit jaar twee vrienden bij zich hebben, Suus en Jason. De mannen lopen morgen ook maar de 20 km. 

Nadat we ingecheckt hebben bij de alleraardigste eigenaar en de tas gedumpt doen we een boodschapje bij de Spar voor het ontbijt morgen, want we moeten rond 6:00 al weg. We lopen naar de camping van Richard en Natas waar we een drankje doen. Rond 17:30 rijden we naar Herou om de startbewijzen op te pikken. Startbewijzen, met een tas die we dit jaar krijgen in plaats van een buff en een shirt. Een shirt? Had ik die besteld? Blijkbaar. Ondanks dat ik al 100.000 shirts in de kast heb liggen. Maar goed, hij is leuk dus vooruit dan maar. We rijden weer terug naar La Roche want om 18:30 hebben we gereserveerd bij de Italiaan. Is het me de hele vakantie gelukt om geen pizza te eten, vandaag gaat hij er aan. En ik bestel lekker de meest foute pizza die ik kan bedenken, pizza met ansjovis en ananas. Ja je leest het goed, ananas. A-na-nas. So, there you have it. En hij is heerlijk. Daarna natuurlijk een ijsje en op tijd naar bed, want de wekker is weer onverbiddelijk morgenochtend.

We staan gelijk op als blijkt dat de eigenaar van het hotel nog vroeger zijn bed uitgekomen is om toch voor ons ontbijt klaar te zetten op dit vroege tijdstip. Had niet gehoeven maar ontzettend lief en we maken er dankbaar gebruik van. Sterker nog, de broodjes die ik had gekocht tover ik met wat Nutella om tot broodjes voor de start en tijdens het lopen. Daarna gauw op pad en als we daar aankomen staan we zomaar in de file. Dat is ook nieuw en ik weet niet of dat nu is omdat ze de plekken op het parkeerterrein, lees weiland, aan het toekennen zijn dat extra tijd kost, ze de start van de 73 km en de 55 km tegelijk laten lopen of omdat het dit jaar gewoon nog drukker is dan normaal. Het voelt van alles een beetje. Ik krijg het echter wel een beetje op mijn heupen. We hebben nog 20 minuten voor de start en dit gaat nog wel even duren. Bovendien moet ik naar de wc.

Frank zegt dat ik wel vast kan gaan dus ik loop het laatste stuk om in de rij voor de Dixies aan te sluiten. Daar zie ik Marcel die last minute zo’n beetje aangehaakt is om de 73 km te lopen. Die is dus vanochtend deze kant opgereden, gek. Maar ja, dat wisten we al. Tegen de tijd dat ik de pizza met a-na-nas achter gelaten heb heeft Frank kunnen parkeren en hebben we nog 5 minuten voor de start. 5 minuten waar we Fernando, Kees, Diana, Gertjan en Akke ook nog tegen komen. Zo kom je altijd wel iemand tegen die je kent. Ik geef Frank een kus en dan is het aftellen. Frank en ik hebben besloten om op onszelf te lopen. Zo houden we elkaar niet op want de tijdslimiet is strak, heel erg strak en behoorlijk wat strakker dan vorig jaar. Was het ooit 3,7 km per uur, mochten we er vorig jaar 5 km per uur over doen maar dit jaar is het 5,5 km per uur. Het zal best, ik hou er rekening mee dat ik dat niet ga halen, het blijft de Ourthe. Om 20:00 sluit de tijd voor de 73 km, dat moet wel genoeg zijn. Die tijdslimiet is overigens nog een reden om er mee te stoppen, en als ik dan ook nog hoor dat ze met een abonnement gaan werken om mee te kunnen lopen weet ik het 99% zeker.

We gaan van start en met frisse tegenzin dribbel ik het eerste weggetje vals plat omhoog, gevolgd door de weg naar beneden het bos in en naar de Ourthe. We zijn begonnen. Mijn eerste focus is de eerste verzorgingspost op ongeveer 14 km. Frank loopt voor me maar als hij iets met zijn vest aan het rotzooien is loop ik hem voorbij. Niet voor lang want hij haalt me wel weer in. Het belooft een mooie dag te worden en zo vroeg in de ochtend is het nog koel maar in de loop van de dag zal het wel warm worden. Ik loop haasje over met een paar Nederlandse dames en het valt me op dat ze de Fantomes zo te horen voor het eerst lopen. Net als een aantal andere lopers heb ik al gemerkt dat er veel newbies zijn en vooral ook mensen die niet zo goed weten wat ze kunnen verwachten. Tijd voor een andere hobby, trailen is veel te populair geworden. Ik vond het in het dorp ook al drukker dan normaal.

Het lopen gaat redelijk goed. Mijn bilspier, waar ik toch al een paar weken last van heb, voel ik wel maar houdt zich rustig, en met een gemiddelde snelheid van 6 km per uur bouw ik toch wat marge op. Tegen de tijd dat ik bij de eerste VP kom staat Frank daar nog, die zit dus niet zo heel erg ver voor mij. Ik pak wat cola en wat sinaasappel maar blijf niet te lang hangen. Tenslotte is het nog vroeg in de wedstrijd. Frank vertrekt iets voor mij maar als ik een paar kilometer verder ben en een steile heuvel op moet krijg ik hem weer in de smiezen. Het volgende doel is de 28 km met de verzorgingspost waarbij we weer bij het startpunt komen. Ik merk dat het terrein wat lastiger wordt en ik tijd aan het verliezen ben. Ik loop nu langs de oever van de Ourthe over de rotsen en de boomwortels als ik Frank weer voor me zie lopen. De twee dames ben ik inmiddels kwijtgeraakt na een langer stukje waar ik lekker naar beneden kon rennen.

Frank heeft niks in de gaten als ik achter hem loop, dan weer wat dichterbij, dan weer wat verder weg. Op een gegeven moment zit ik hoogstens 10 meter achter hem als we langs een beekje komen. Ik heb het warm en sta even stil om mijn gezicht te koelen en weg is hij weer. Het duurt weer even en opnieuw heb ik hem bijna te pakken. Een rots met een boom en een rood wit lint markeert, ja wat eigenlijk? Als ik de rots en de boom passeer zie ik het. Een nest met ietwat groter dan normale wespen die inmiddels een beetje agressief beginnen te worden van al dat passerende vee. Ik loop er als de sodemieter voorbij en hoor later dat menigeen toch gestoken is. Als ik Frank opnieuw ‘te pakken’ heb maak ik me kenbaar en lopen we samen via de eerste watercrossing, kan Frank mooi een foto maken van mij in het water, naar Herou voor de 28 km post, waar we met een exact gemiddelde van 5,5 km per uur aankomen.

Ik ga helemaal los op de watermeloen want ik heb vooral dorst. Ik zweet als een otter en ben drijfnat. Dat heb ik de laatste tijd wel vaker, ook weer een signaal dat mijn lijf allerlei veranderingen aan het doormaken is. Gelukkig heb ik nog steeds geen last van de warmte. Als ik weer wil vertrekken vraagt Frank of ik op hem wacht maar hij moet nog naar de wc, we gaan weer een heftige afdaling tegemoet, ik moet zelf ook nog even plassen en ik heb mijn tijd hard nodig, dus nee. Ik begin aan mijn afdaling en de blarenfabriek is ook opgestart. Mijn voeten zijn lekker blaren aan het kweken en ik voel minstens vier drukplekken. En we zijn pas op de helft. 

Ik hobbel lekker door als ik na 4 km bij de afdaling naar de hel kom. Het meest technische stuk dat er tussen zit waar je achteruit hangend aan touwen moet afdalen. Toch heb ik dit vaker gedaan dus ik schrik er niet van en vastberaden grijp ik het touw om af te dalen. Dan slaat het noodlot toe. Van mijn val in Kopenhagen had ik mijn elleboog geschaafd en zat er al een dikke week een irritante dikke korst op die ik er af wilde hebben maar omdat het nog niet genezen was er op bleef zitten. Tot ik de Fantomes ging lopen want natuurlijk door een swing van het touw en een scherpe uitstekende rotspunt schamp ik zo de korst er af. Alsof ik het er om doe. Ik vloek en ik tier (sorry) want het doet niet alleen zeer, het bloed ook nog als een rund en een dikke straal loopt langs mijn onderarm. Voor latere zorg, nu eerst beneden komen. Als ik eenmaal beneden ben neem ik even de tijd om een doekje voor het bloeden te pakken en mijn arm in de Ourthe af te spoelen. En weer door.

Uiteindelijk haalt Frank me weer in. Tenminste, bijna want we gaan nu open veld op om lekker in de brandende zon over het asfalt te banjeren. Niet Frank zijn favoriete loopomstandigheden. Ik heb wat mensen in het vizier en dribbel vastberaden daar waar ik kan omhoog, slechts een momentje stoppend voor een klein stiertje op mijn pad, die mij wel interessant maar als ik een foto van hem maak het toch ook wel spannend vindt. We zijn nu in Maboge waar Richard en de club wacht. Dit is tevens de 40 km VP. Als we daar zijn zit de hele bubs op het terras. We krijgen applaus en ze zijn trots op ons maar manen ons snel naar de VP want daar zijn ze aan het opruimen. Tja, we zijn officieel ‘buiten de tijd’. Ik kan nog vullen met cola en wat cola drinken maar daar houdt het dan wel mee op. Gelukkig ben ik redelijk selfsupporting op wat drinken na.

We moeten nog zo’n 16 km en hebben nog iets meer dan twee uur de tijd. Frank denkt dat we het nog binnen de tijd kunnen halen, ik niet. Ik gok op een uurtje of zeven binnen, dat is twee uur extra. Ook stelt hij voor om de rest toch samen te lopen. Tenslotte lopen we redelijk met elkaar op. Het voordeel van los lopen, en dus niet op elkaar wachten, is wel dat we daarmee geen tijd verliezen, maar wat maakt het uit en samen is toch gezelliger. Zo gezegd zo gedaan en we werken onze weg naar de 45 km. Daar is nog een laatste VP, vooral voor de mensen van de 73 km, waar nog van alles te verkrijgen is. Opnieuw val ik aan op de watermeloen en neem even de tijd om te zitten. Marcel en Fernando zijn er ook. 

Als we zo ver zijn gaan we op pad voor de laatste 11 km. De eerste 5 km daarvan gaan soepel maar je weet wat ze zeggen, het venijn zit hem in de staart als we niet de afdaling maar nu de klim naar de hel krijgen. 20 minuten per kilometer is geen uitzondering en zelfs de Dextro moet er hard aan trekken om mij mondjesmaat nog voort te laten bewegen. Twee van de vier blaren zijn inmiddels gesprongen maar dat maakt het niet beter. Ook met Frank gaat het al niet beter. Wij zijn gewoon niet opgewassen tegen 5,5 km per uur in dit landschap. Toch geven we niet op, uitlopen zullen we. Gewoon voetje voor voetje want je weet wat ik altijd zeg. Aan alles komt een eind…

Na nog wat steile klimmetjes, steile afdalinkjes, nog meer steile klimmetjes, nog meer steile afdalinkjes, nog wat steile klimmetjes die overgaan in steile klimmetjes en dan eindelijk, éindelijk de laatste afdaling, met nog een klimmetje en een afdaling, staan we weer langs de Ourthe om na een paar honderd meter de laatste crossing te doen. Nog één foto voor het nageslacht en dan mogen we het valse plat omhoog terug naar Herou. Een laatste krachtsinspanning maar te doen. Een uur en 44 minuten na de officiële tijd lopen we samen over de finish. Daar haal ik mijn, dit jaar houten, medaille op en drinken we nog wat. Trail des Fantomes, done and dusted. Mocht ik nog enige twijfel hebben, nu weet ik 99,99 % zeker dat dit mijn laatste keer was. I’m getting to old for this shit. Ok, ik loop de 100 km Great Escape nog (slechts 4200 hoogtemeters in 22 uur) en de 200 km Bello Gallico en dan ga ik voor 2026 eens serieus nadenken wat ik nog wel en niet meer loop.

In het hotel douchen we en strompelen naar het restaurant waar we Richard en de rest treffen voor een lekker steak met friet, het verhaal van het spook kijken terwijl ik weer een ijsje eet en dan op tijd naar bed. Zondag op tijd naar huis en de rest van de dag relaxen. Morgen nog even bijkomen en dan moet ik weer aan het werk.

Tja, aan alles komt een einde.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *