Toen vriendin Linda me drie weken geleden vertelde dat ze 10 km in Gouda ging lopen dacht ik nog bij mezelf: ‘Leuk, misschien loop ik wel mee!’ Meestal probeer ik bij een loopje altijd wel de langste afstand te lopen, wat in het geval van Gouda een halve marathon zou zijn, maar ik had al bedacht dat ik het na The Great Escape-Urk-Amsterdam even iets rustiger aan wilde doen voordat in December de Bello zich weer zou aandienen. Careful what you wish for zeggen ze wel eens, want ik wist toen niet dat ik het noodgedwongen héél rustig aan zou moeten doen. Maar goed, 10 km leek een prima plan. Naarmate de dagen verstreken, en de omvang van mijn rechterknie groeide tot inmiddels formaat watermeloen, gooide ik die 10 km maar overboord. Gelukkig had ik nog niet ingeschreven.
Vriendin Linda wist nog van niks en appte nietsvermoedend of ik nog ging lopen. Vriend Bart had een startbewijs voor de 10 km maar had een week eerder de hardloophanddoek voorgoed in de ring gegooid. Verdrietig nieuws want hij tobt al heel lang met zijn longen maar is fervent hardloper. Maar wat niet gaat, gaat niet meer. Opnieuw noodgedwongen moest ik in elk geval nee zeggen. Deed het pijn? Ja, het deed pijn. Maar zelfs ik kan bedenken dat je soms, héél soms, moeilijke keuzes moet maken. Na een snelle blik op de website zag ik een uitweg. De 10 km start gelijk met de 5 km, en 5 km ‘mag’ ik wel lopen. En als je geen stuk taart mag en alleen een koekje maar het een koekje is of niks, dan maar een koekje toch? Dus toen vriend Bart appte of ik zijn startbewijs wilde hebben kon ik voorzichtig ja zeggen. 5 km op rustig tempo. Maar wel iets anders dan een rondje brug, een gelegenheid om de vriendjes te zien én een stukje bling. Ik teken er voor.
Ik wil er op tijd zijn om een pannenkoek te eten van tevoren maar we hebben laat ontbeten en ik heb nog geen trek. We rijden dus pas om 12:00 weg en lopen om 12:30 richting de sociëteit waar het startnummer opgehaald moet worden. Bart en Linda komen ook die kant op. We zijn mooi een uur van tevoren, daar hou ik van. Ik heb een hekel aan haasten. Als we bij de sociëteit aankomen zien we echter een rij van hier tot Tokio. De entree is dan ook heel smal en we moeten helemaal naar het einde van de straat én de hoek om lopen om aan te kunnen sluiten. Dat wordt nog spannend. Niet veel later zijn Bart en Linda er ook. Gelukkig lijkt de rij wel te bewegen maar voor een aantal mensen die de halve lopen gaat het te langzaam. Uiteindelijk zijn we aan de beurt en als we het startnummer hebben is het nog maar 10 minuten tot de start.
We lopen naar het plein waar we Marilene treffen en in tegenstelling tot het ophalen van het startnummer staat er bij de wc’s geen rij. Misschien wel omdat iedereen nog bij de startnummer staat. Hoe dan ook, we kunnen nog rustig plassen, een paar foto’s maken en klaar gaan staan. Bart en Frank letten op de tassen en moedigen aan. Dan wordt er afgeteld en gaan we van start. Ik loop heel rustig voor mijn doen en probeer de adviezen van de wonderdokter te volgen (lees binnenkort de avonturen met de wonderdokter). Dat valt nog niet mee maar met mijn concentratie daar op gericht en de muziek op de achtergrond ben ik in elk geval niet met het parcours bezig.
Ik krijg de route dan ook maar vaag mee, en ook alleen maar omdat we hier net gereden hebben en we ons afvroegen of hier de route zou lopen. Ja dus. We lopen het centrum uit en er langs om er na 4 km weer in te duiken. Voor de 10 km moeten ze twee rondjes lopen en ik ben nu al blij dat ik er maar één hoef. Het is stiekem best warm en ik heb medelijden met de lopers in lange broeken, lange mouwen en zelfs jasjes aan. Ik wist beter met mijn korte broek en shirt korte mouwen. Ik voel de buitenkant van mijn knie en na 3,5 km begint de binnenkant ook zeer te doen. Gaat lekker zo. Ik loop niet eens hard en ben ook nog niet ver. Misschien ligt het aan de ondergrond of aan mijn experimentele lopen.
Eenmaal weer richting de Markt in het centrum valt het me ineens op dat alle winkels dicht zijn en vraag me af of dat altijd zo is of vandaag vanwege de wedstrijd. Ik mag nog een half rondje om de kerk heen en dan ben ik er alweer. Officieel loop ik met een 10 km nummer en ik ben vergeten door te geven dat ik de 5 km loop maar dat zullen ze wel door hebben denk ik zo. Vlak voor de finish hoor ik mijn naam. Marja staat er met haar camera en aangezien ik toch geen haast heb draai ik me om, loop even terug en kom opnieuw aanlopen voor de foto. Iets soortgelijks gebeurt vlak na de finish als Frank klaar blijkt de staan. Stukje terug en juichend voor de foto. Zo word je nou genept waar je bij staat.
Ik neem de medaille in ontvangst en voeg me bij Frank en Bart. Nog even een foto bij de kaaskar en dan lekker iets droogs en een trui aan om op Linda en Marilene te wachten die aan het tweede rondje begonnen zijn. Als ook zij binnen zijn praten we nog even na en blijven dan niet te lang hangen. Ik heb nog een pannenkoek tegoed maar besluit eerst terug naar Rotterdam te rijden en hem daar te eten. Daarna naar huis, douchen en omkleden want we krijgen nog bezoek.
Misschien was dit wel een van de meest rare loopjes van de afgelopen jaren. Het startnummer overgenomen van Bart omdat hij niet kon lopen maar zelf geblesseerd dus maar 5 km in plaats van 10 km op een rustig trainingstempo.
Het voelt een beetje als dat de lamme de blinde leidde, maar Bart, deze was voor jou en ik heb het startnummer met eer gedragen!
Foto: Marja Baas

0 reacties