Ik heb ooit op Facebook het commentaar voorbij zien komen van iemand die vindt dat als je geen marathon onder de drie uur kan lopen, je geen échte hardloper bent. Oftewel een soort neploper dus. Goedbedoelde recreanten die eigenlijk niks te zoeken hebben op de Coolsingel. Of het Olympisch Stadion. Laat staan de Brandenburger Tor of Central Park.

Ik ben zo’n neploopster. Zo’n mooie gouden glimmende Rolex die je bij de lookie-lookie’s in Spanje op het terras in de jaren 80 kon kopen voor 5 euro. Met glimmende diamanten rond de wijzerplaat. ‘Yes Mrs. Is real Rolex. Look, it has name on it.’ Vervolgens kocht je zo’n klokkie om na een week de eerste steentjes al verloren te zijn. Na een maand was het gouden laagje afgesleten en na twee maanden stond hij stil omdat de batterij leeg was. Om hem daarna in een la te gooien omdat de batterij vervangen duurder was dan het klokje zelf, en na een jaar in de vuilnisbak.

Hardloopster van het kaliber ‘als het heel erg hard regent ga ik morgen’, ‘ik koop een fancy hardloopbroek’, ‘ik wil schoenen die matchen met mijn jas’ en ‘ik ren een 10 km wedstrijd voor de medaille’. Zo één die eigenlijk te dik is om hard te lopen en dan al puffend op het bovenste gedeelte van de Van Brienenoordbrug een tandje terug doet om even bij te komen. Die met een rood hoofd in de zomer peentjes zweet, en in de winter blozende wangen van de kou heeft. En die slechts bij wedstrijden de 10 km per uur haalt.

En ook één die een trainingsprogramma van acht maanden nodig heeft omdat ze maar drie keer per week traint. Die gewoon door blijft lopen met een lichte blessure omdat ze een eigenwijze troela is. Een fysio nodig heeft voor hulp en advies, en een masseur als beloning voor het harde werken. Die in de aanloop naar een wedstrijd extra pasta eet en tijdens rondjes van 20 km op de helft een gelletje met cafeïne naar binnen werkt voor een extra boost.

Die behoefte heeft om op meerdere nieuwsbrieven geabonneerd te zijn en zelfs een abonnement op een commercieel hardloopblad heeft. Die boeken over hardlopen leest om in de sfeer te komen en zich verdiept in tips & tricks om er vervolgens mee te experimenteren. En het ergste van allemaal. Één die trots is op elk gelopen rondje en daar uitgebreid over blogt, Instagramt of Facebookt, alleen of met andere ‘so called’ hardlopers.

Tja, een neploopster dus. En toch, als ik na 8 maanden consequent trainen, weer of geen weer, dag in dag uit, pijn in mijn rug of geen pijn in mijn rug, in warmte en kou, en aangevuld met bootcamp en sportschool, de hoek bij de Coolsingel om kom lopen. Waar honderden mensen me aanmoedigen op die laatste 500 meter. Mijn benen, knieën en voeten zeer doen, en ook de rest van mijn lijf volledig verkrampt is. Ik de schuurplekken bij mijn BH en in mijn liezen voel zitten. Maar met een grijns van oor tot oor en de tranen in mijn ogen na vier uur en negenveertig minuten over de finish loop. Dan voelt dat toch verdomd echt aan!