De lichaamfluisteraar

‘Luister naar je lichaam!’ Het belangrijkste advies om gezond te blijven en vooral van toepassing als je sport. Ik heb hem in mijn hardloopcarrière dan ook vaak gehoord en gelezen. Maar hoe doe je dat? Luisteren naar je lichaam?

Voor iemand met een gespleten persoonlijkheid is dat namelijk best lastig. Zeker als de linkerhelft hypochondrie uitgevonden en verbeterd heeft, en de rechterhelft oostindisch doof is als het gaat om zaken die wel eens als obstakel op de weg naar mijn doel kunnen liggen. Negeren kan je leren is dan ook het levensmotto van rechts.

Als ik een pijntje heb, gaat links vrolijk op zoek op het internet. Google is geduldig, en in staat om met één pijntje minstens drie verschillende aandoeningen te vinden. Waar ik volgens links dan ook per definitie en stante pede last van heb. Gevoelig onder mijn voet? Ik wist het wel. Hielspoor, dat kan niet anders. Én een ontstoken achillespees. Allebei tegelijk. En ik voel ook een bepaalde verbinding met een spiertrekje in mijn linkerbil. Oh, en had ik laatst ook niet spanningshoofdpijn omdat mijn schouder vast zat? Één doffe ellende.

Die spierpijn die ik tijdens het lopen in mijn rechterbovenbeen voel komt uit mijn rug. Daar heb ik minimaal een hernia zitten. Mijn zwakke plek, en als ik daar op druk zitten er allemaal harde stukken. Verhard bindweefsel dat op mijn zenuw drukt en uitstraalt naar beneden naar mijn been, en naar boven naar mijn arm. En als ik dan ga lopen krijg ik last van mijn kuit want die verkrampt. Dat klopt helemaal, heb ik blijkbaar al jaren, want de masseur riep vorig jaar al dat het leek alsof er een bal in mijn kuit zat. Of heb ik misschien stiekem toch een spierscheur opgelopen? Hum, nee dan kan ik volgens de symptomen ook niet meer op mijn tenen staan. Een spierverrekking dan? Dat zou kunnen toch? Zucht, wordt helemaal niks die marathon. Ik kan nog geen meter lopen.

En dan grijpt rechts in. ‘Hou nou eens op met dat gezeur! Gewoon doorlopen. Het is vanzelf gekomen, en het gaat vanzelf ook wel weer weg.’ Pijntjes zijn heel normaal als je 24 km gaat hardlopen. Die gevoeligheid onder mijn voet komt omdat ik wat verkramping in mijn been heb. Beetje masseren, goed rekken, dan is het volgende week weer over. Die rug, daar heb ik al jaren last van en met hulp van de fysio kan ik daar prima mee verder trainen. Zolang ik maar wel braaf mijn oefeningen blijf doen. Daarnaast kan ik een hoop voorkomen als ik wat extra krachttraining doe. En de rest? Dat zit gewoon tussen mijn oren. Getuige het feit dat ik na 10 km lekker warm ben en ik er ineens een stuk minder last van heb. En laat dat nou toevallig dat stuk zijn wat ik heel mooi vind om te lopen en waar ik lekker met Frank aan het kletsen ben. Afgeleid dus.

Toch is links niet overtuigd. Ik zou toch zonder last van mijn been moeten kunnen lopen? Om vervolgens weer vertwijfeld te gaan zoeken wat het zou kunnen zijn en mijn lichaam in allerlei standen en houdingen zet om te kijken wat voor effect dat heeft. Met op de achtergrond een doemscenario dat ik moet stoppen met trainen. Intussen doet rechts Jochem Myjer na en roept heel hard terwijl hij rondjes draait en de handen op de oren legt: ‘Ik hoor je niet, ik hoor je niet!’

Tussen het geruzie van beiden helften door probeer ik nog steeds te luisteren naar mijn lichaam. Probeer ik te kijken wat het effect is van de oefeningen die ik doe en of er andere factoren zijn die wellicht van invloed zijn geweest op een beter of slechter moment. Hoe reageer ik op massage, rekken, insmeren, ongesteld zijn, andere schoenen of sokken, het weer, stress op mijn werk en mijn gemoedstoestand. En vooral of het beter of slechter gaat door de tijd heen. Met al die informatie heb ik gelukkig ook nog een second opinion bij de sportfysio. En daar zal ik het mee moeten doen.

En voor die andere momenten dat ik het écht even niet meer weet? Gelukkig schreeuwt rechts dan nét een beetje harder dan links!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *