Pirates of the Caribbean

We keren terug naar Bonaire voor 9 dagen exotisch Nederland. Wederom mede mogelijk gemaakt door Souldivers. In de nieuwe Dreamliner, het laatste stukje technologie op het gebied van vliegtuigen, met zelfverduisterende ramen, sfeerverlichting in alle kleuren van de regenboog en gemaakt van koolstof zodat hij niet alleen stiller is maar ook de luchtvochtigheid beter gereguleerd kan worden, beginnen we aan onze 13-urige reis. Tja, zelfs het meest moderne vliegtuig kan niet álle problemen oplossen.

Heb ik jaren gepleit om de prijs van het vliegen modulair te maken, heb ik tijdens de reis typisch een gevalletje van careful what you wish for. Bagage inchecken? € 40. Extra beenruimte? €35. Eten? Alles buiten één standaard maaltijd apart te bestellen via de kaart. Filmpje kijken? €10. Straks moet je nog muntjes in de WC gooien om te kunnen plassen. Nee, ik voel me oud en ouderwets uit de tijd dat je nog gewoon drank geserveerd kreeg als je de stewardess riep. Maar goed, ik zal met mijn tijd mee moeten. De reis verloopt voorspoedig voor zover dat kan op zo’n lange vlucht. Voor ons zit een Antilliaan die enorm zijn best doet om te voldoen aan het slechte imago dat veel mensen soms van ze hebben, en zoekt luidruchtig maar onterecht ruzie met één van de stewardessen. Daarna presteert hij het om 9 uur lang boos te blijven. We trekken ons er maar niks van aan.

Na een tussenlanding op Curacao, waar we er even uit moeten en, ja écht waar, een broodje kroket scoren, mogen we al snel weer verder voor het laatste kwartiertje en zit de reis er eindelijk op. Bij aankomst worden we netjes opgehaald en gedumpt in wat de komende 9 dagen ons onderkomen zal zijn. Vechtend tegen de slaap proberen we de 6 uur tijdsverschil gelijk de das om te doen aangezien we toch op onze koets moeten wachten. De koets komt uiteindelijk niet, de slaap wel.

Dag 1. 6:15. Met grote ogen liggen we naar het plafond te staren. Buiten is het nog donker dus opstaan heeft geen zin. Als een half uur later de eerste vogeltjes beginnen te fluiten en er een vleugje licht te zien is houden we het niet langer uit en staan op. Jetlag 1 – 0 Sas & Frank. Ik heb dorst maar durf niet zo goed water uit de kraan te drinken. En er is verder niks in huis en we kunnen niet weg. De winkels blijken om 8 uur open te gaan en we moeten wachten op de auto. Gelukkig wordt die dan toch gebracht. Joepie, we zijn mobiel! Tijd voor voedsel, dus we rijden gelijk naar de supermarkt, na eerst wat dollars uit de muur getrokken te hebben. Money makes the world go round. Er ontwaart zich een paradijs. Het is een AH en niet zomaar één, nee een XXL. We slaan de basisdingen in en worden geconfronteerd met het feit dat je in een huisje zit met niks. Dus ook geen WC papier, afwasmiddel of vuilniszakken. Dan realiseer je je weer dat thuis alles vanzelfsprekend is.

Na een heerlijk ontbijtje op weg naar Wannadive om ons te melden en mogen we onze eerste duik gaan maken in de azuurblauwe wateren. Check dive op het huisrif. Het is weer een verademing, extra gewaardeerd nu ik wat vaker in Nederland duik. Na een klein uurtje dwingt het gebrek aan lucht ons er weer uit, maar gelukkig hebben we nog vele duikuurtjes voor de boeg en rijden we naar “huis”. Lekker in de relaxmode, broodje eten en door naar de tweede duikstek. Bij de zoutpier dit keer, waar we weer een prachtige duik maken. Tussen de pijlers zwemmen grote scholen vis, het koraal is mooi en als je goed kijkt zie je ook overal kleine beestjes zitten. Zucht, dit is leven. ’s Avonds gaan we maar gewoon lekker uit eten. Vis, what else? En dat op een doordeweekse woensdagavond. Dan weet je dat je op vakantie bent.

Dag 2. We redden het tot 7:00 vandaag en omdat we toch ontbijt moeten gaan halen lijkt me dat een mooi moment om de hardloopschoenen aan te trekken. Kunnen we het nuttige met het aangename vereenzelvigen. Of moet ik zeggen het nuttige met het nuttige? Het rondje is warm en blijkt iets langer dan de 5km die ik in de gedachten heb. Niet in de laatste plaats vanwege het feit dat we een paar keer verkeerd lopen, ondanks het zorgvuldig meegebrachte plattegrondje. Maar dat mag de pret niet drukken en het ontbijt is weer verdiend, inclusief een glas chocomelk.

We gaan vandaag op avontuur richting het noorden naar een niet gedocumenteerde duikstek. Zijn we 6 jaar geleden ook geweest, dus ze mogen die kaarten wel eens bijwerken. Maar goed, het is een spannend weggetje en het zal er niet druk zijn. Na de overstekende ezels ontweken te hebben, die hier als een soort ik-zeg-niks heilige koeien overal los rondlopen, en de heuvel-op-heuvel-af getrotseerd te hebben komen we flink door elkaar geschud aan. It’s a bumpy ride! Een paar banden markeren de duikstek. Denken we… Maar in principe maakt het niet uit, je kan hier overal het water in springen. Het is dan ook weer een prachtige duik en op de terugweg zien we de eerste flamingo’s in een meertje staan. Als blijkt dat we helemaal om het eiland heen moeten rijden om thuis te komen beginnen de herinneringen langzaam weer boven te komen door middel van de “oh ja” momentjes.

We scoren heel decadent een stukje biefstuk voor de lunch en rijden naar de tweede dependance van Wannadive. Hier hebben we vorige keer het zeepaardje gezien. We hebben nu te horen gekregen dat ze allemaal weg zijn omdat er teveel Amerikanen met hun poten aanzitten als ze foto’s maken. Dat doet zeer. Je moet hier met een trap het water in, waar wel drie joekels van leguanen het fort bewaken. Gewapend met een oud stokbrood en mijn camera ga ik met ze spelen. Stukje brood op de grond willen ze niet, maar uit mijn hand wel. Vind ik dan weer erg spannend als er zo’n moderne wannabe Tyrannosaurus Rex naar je vingers zit te happen. Maar het worden wel mooie plaatjes waar ik gefascineerd naar kan kijken. Maar goed, we kwamen om te duiken en de rest van het brood is voor de vissen.

Diezelfde vissen hebben geen flauw idee wat ze met het stokbrood aan moeten en dus vervliegt het in het water en zwemmen wij maar door. Als ik achterom kijk zie ik dan toch een verloren vis die voorzichtig wat hapjes neemt. Ach, she meant well. Halverwege de duik gaan we terug naar 11 meter als Frank ineens een triomfantelijke kreet uitslaakt. Dat kan maar één ding betekenen! Nou ja, een schildpad zou ook nog kunnen maar gezien de hoek waar in hij wijst denk ik dat eigenlijk niet. Het is inderdaad een zeepaardje! Mijn held! En we zijn pas op dag twee.

Na een late lunch aan de boulevard met een jalapeño burger maken we nog een nachtduik op de zoutpier. Gewoon, omdat het kan. Het is wachten tot het donker is voor we het water in kunnen. Eenmaal onder blijkt dat daar waar het overdag megadruk is, ’s avonds geen reet te beleven is, op een paar verloren jagende tarponen na. Ik zeg centrum Rotterdam. We gaan er dan ook maar relatief snel weer uit.

We eten vanavond thuis en gaan naar de andere supermarkt. Je hebt hier twee grote supermarkten. Zoals gezegd de AH en de andere blijkt de Jumbo te zijn. Ik voel me genaaid. Niks lokale producten, exotische vruchten of lappen vlees, maar gewoon pindakaas en hagelslag, ontbijtspek, croissantjes, fritessaus en voorverpakte kipfilets. Die laatste nemen we maar mee voor het avondeten. Há! Toch exotisch vlees. Het blijkt leguaan te zijn. Tenminste, dat moet haast wel want “it tastes funny” met een vleugje kippensmaak en zo taai heb ik mijn filets nog nooit gegeten.

Dag 3. Tijdens het ontbijt vergapen we ons weer aan de bouw van het zwembad naast ons. Op Bonaire hebben ze duidelijk een ander tempo. Ik geniet weer van de vele gekleurde vogeltjes en mijn camera doet zijn best. Qua duiken trekken we vanochtend weer naar het zuiden om de Hilma Hooker te bekijken, een megagroot wrak. Daar aangekomen is het druk, wel 8 auto’s. Amerikanen. Het wrak ligt er nog steeds zo mooi bij als 6 jaar geleden en dient als tarpoon ontmoetingsplaats. Het zijn er veel en ze zijn groot. Nice!

Voor de lunch zoeken we een aanbevolen tentje op en het eerste wat ik zie als we binnenlopen is een scala aan heerlijke taarten, waaronder chocoladetaart en cheesecake. Mango als ik me niet vergis. Brood is overrated, maar ik neem toch braaf een broodje Brie en de taart gaat mee als toetje voor vanavond. Een mens moet nu eenmaal niet tegen zijn natuur in gaan nietwaar? Raak je alleen maar gefrustreerd van. De middagduik gaat richting het noorden. Bij de 67 traptreden van de 1.000 steps. Frank vraagt waar de schildpad zit. Ik wijs naar rechts. Als we het water in gaan zien we rechts als eerste inderdaad een schildpad zwemmen. Een kleintje, maar toch. We zien onderweg ook nog een eagle ray in de diepte op deze prachtige stek en weer een schildpadje als we er uit gaan.

Dan snel naar huis, omkleden en naar het vliegveld om Beate en Frenk op te halen. 5 minuten rijden. Een klein eiland heeft zo zijn voordelen. Als iedereen geïnstalleerd is dineren we de lokale afhaalgrill die alleen in het weekend open is. Maar oh zo lekker. Now there is four of us. Gelukkig. Meer variatie voor de muggen, want inmiddels lijkt het alsof ik de mazelen heb.

Dag 4. Time flies. 6:35 ga ik er maar weer uit. Misschien een rondje lopen. Frank gaat mee en we gaan vandaag de andere kant op. Als we terugkomen is de rest ook wakker en tronen we na het ontbijt weer naar Wannadive om de dame en heer in te checken. Opnieuw op het huisrif dus ik zet mijn macrobril maar op. Daardoor zie ik niet de barracuda die op mijn rug zit, maar nog net wel de grote kreeft onder het wrak in mijn ooghoek.

Lunch halen we bij het enige fast food restaurant die het eiland rijk is. De Kentucky Fried Chicken. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat de Mac en de Burger King zijn opwachting maken. Tukkie doen en daarna naar The Lake voor ons middagduikje. The Lake is een prachtig dubbel rif met in het midden een zandvlakte. Beate seint dat ze iets ziet en ik ga uit mijn plaat als ik denk dat het een zeepaardje is. Het blijkt echter een grapje want het is een plastic kinderkunstwerkje. Ach ja, moet kunnen. Als we er uitkomen heb ik eigenlijk nog meer “trek” en stel voor om nog een duikje te maken. Iedereen is het er mee eens, dus we gaan naar Windsock om nog eens te zoeken naar het zeepaardje. Na een tijdje vindt Frank de exacte plek terug, maar helaas heeft het zeepaardje de benen genomen. Bummer. ’s Avonds gaan we lekker uit eten en treffen de lokale homobar met de treffende naam Cuba. Het eten is super en de bediening is zoet. Zo ook de chocolademousse die ik niet kon weerstaan. Tis vakantie zullen we dan maar zeggen.

Dag 5. Oh, oh trouble in paradise. Beate heeft oorpijn en besluit thuis te blijven om hopelijk morgen weer te kunnen duiken. Dus gaan de drie musketiers naar het zuiden om daar spannende dingen te doen. Iets té spannend als we naar de ruwe zee kijken dus rijden we een stukje terug. Eerst nog even naar vier jonge flamingo’s zwaaien. Bij The White Slaves duiken we er in om geconfronteerd te worden met stroming, véél stroming. Vanuit de gedachte eerst tegen de stroming in zwemmen doen we onze ochtendgymnastiek. Ik ben blij met de extra power van het chocoladecroissantje van mijn ontbijt, maar na 20 minuten is dat toch ook uitgewerkt. We gaan terug, het wordt een kort duikje. Dan maar foto’s maken van de rondzwevende pelikaan.

De tweede duik gaat er gelijk achteraan bij Bachelors Beach, waar de locals hun zondagmiddag doorbrengen. Wederom een prachtig rif, maar weinig groot spul. Misschien moeten we toch meer naar het noorden. Morgen eerst maar op de boot. Mijn maag rammelt inmiddels dus pikken we Beate op en rijden naar ons nieuwe favoriete tentje Between two buns. Om er vervolgens achter te komen dat ze de Pinksterdagen aangegrepen hebben om te verhuizen. Ik ben diep teleurgesteld, mijn weegschaal is blij. No cheesecake today, or chocolatecake, or any cake… Gelukkig hebben we altijd nog de ijszaak. Die weg weet ik feilloos te vinden na een bodempje burger op de pier gelegd te hebben.

Thuis gaat de relaxmodus aan. De boodschappen voor de BBQ zijn gedaan en de heren kunnen heerlijk hun oerdriften loslaten op de bak met vuur. Man hungry, eat meat!

Dag 6. We beginnen de dag met een bootduikje, dus dit is één van de weinige keren dat we op de klok moeten. Gelukkig gaat het goed met Beate haar oren. Ik neem voor de zekerheid een pilletje, ik wil mijn ontbijt graag binnen houden. We hebben een verstekeling in de vorm van een Belg. Nou vooruit dan maar. Verder de schipper en gids Andy. We gaan naar het rif waar het memorial ligt van Captain Don, de man die alle riffen op Bonaire een naam gegeven heeft. Én kans op Eagle Rays en/of schildpadden. Niet dus. Alhoewel weer een mooi rif heeft het grote spul blijkbaar ook vakantie, want we komen niks meer tegen?

We pakken er gelijk een tweede duikje achteraan richting noord. Het wordt Tolo, daar hebben we nog niet eerder gedoken. Ja, ja, mooi rif, geen beesten, nou weten we het wel. Ik ben gewoon strontverwend. We lunchen thuis waarna ik in bed ga liggen en in coma raak. Drie uur later word ik gereanimeerd maar het komt niet meer goed met mij. We gaan een nachtduik maken bij de city pier, maar ik besluit op het laatste moment om niet het water meer in te gaan. Tijd voor mijn zenmomentje als ik lekker op het strand naar een krabbetje staar tijdens het wachten.

Als iedereen weer opgedroogd is proberen we nog wat te eten te krijgen, wat niets eens zo eenvoudig is want het is al best laat. Het tentje dat we bedacht hebben doet de deur voor onze neus dicht, dus wijken we uit naar de pier. Daar eet ik een heerlijk stuk vis. De ijssalon doet echter ook de deur dicht voor mijn neus. M&M’s redden de avond.

Dag 7. We moeten Frenk het beroemde wrak van de Hilma Hooker laten zien, anders ben je niet op Bonaire geweest. And mama’s got brand new socks. Als boodschap voor vrienden zelf ook maar een paar gekocht. Gifgroen, ik lijk wel een kikker als ik naar mijn voeten kijk. Maar ze zitten heerlijk en glijden nog meer dan mijn neopreen sokjes. Het is nog drukker dan eerst maar de tarponen zitten er gewoon. Fijn, kan ik mijn hart weer ophalen.

Tweede duikje is op de zoutpier, omdat Frenk vroeg of je daar ook kon duiken. Mijn 400ste duik, en ondanks de afwezigheid van big fish geniet ik van de mooie pilaren, de scholen vis en zien we toch nog een Giant Barracuda. Hij zit aan de oppervlakte dus we gaan niet kijken.

Na een broodje de-eieren-moeten-op-en-oh-ja-de-ham-kaas-en-tomaat-ook doen we nog één duikje vandaag, om het af te leren. Oil slick in het noorden. Frenk slaat weer even over en we zien weer meer mooi rif. Ik krijg een weekendje Rome deja vuutje. Na 3 dagen komen de mooie gebouwen daar ook je de neus uit. En toch gaan we weer het water in, en zullen we ook morgen onze duikdag volmaken. Thuis eten we BBQ het-vlees-moet-op-en-oh-ja-de-boter-en-drank-ook om de avond vol te maken met discussies over muziek. Morgen alweer de laatste duikdag.

Dag 8. En daar is hij weer, de fameuze laatste duikdag. Mijn voornemen om vandaag te gaan lopen strandt bij uitslapen en een warme dag. Morgen nog maar een poging wagen. We gaan naar 1.000 steps en Karpata er achteraan. Dat betekent stiekem 2 flessen de man, wat eigenlijk niet mag omdat ze een hele grote groep hebben, maar wat ons wel ingefluisterd is. Bij de steps is het druk maar ja, je moet er nu eenmaal gedoken hebben en voor Frenk is het nieuw. Gelukkig is geen duik hetzelfde want aan het eind is het schildpadden frenzy. Wel 4 stuks, die zich ook nog goed laten fotograferen. Sassie is weer blij, want mooie rifjes ok, maar verder zeg ik niks.

Op Karpata worden we getrakteerd op “free porn” van twee leguanen, waarbij het mannetje er duidelijk meer zin in heeft dan het vrouwtje. What else is new… Karpata lijkt op bergen met glooingen, en na de schildpadden vind ik het wel prima zo. Om het af te leren zien we aan het eind toch nog een extra schildpad. Tijd voor lunch, in de vorm van de aanbevolen zelfgemaakte pizza’s in de passage. Ze zijn inderdaad heerlijk, maar ook groot. Met wat inspanning krijgen Frenk en ik hem allebei helemaal op, Frank en Beate hebben het opgegeven. Daar ga ik spijt van krijgen want het is tijd voor het laatste duikje. Twijfel, twijfel, waar gaan we heen. Uiteindelijk wordt het Invisibles, voor een laatste poging eagle rays. Dat lukt helaas niet, maar wel komt al het kleine spul nog een keer voorbij, anemoongarnaaltjes, murene, slangaal, flamingoslak, zandaal en als uitsmijter nog een megagrote krab die zich het leplazerus schrikt als hij me voorbij ziet zwemmen.

Eenmaal uit het water nog het schouwspel van een pelikaan en een meeuw en dan de rotzooi uitspoelen en opruimen. We moeten ietwat haasten want It rains fishes wacht voor het laatste avondmaal waar we weer american style geserveerd krijgen. Te weten, snel! De rest van de avond wordt de overige drank opgemaakt en gefilosofeerd over het leven als ze willen gaan stappen. Één drankje. Ja, ja. Ze doen maar, tenslotte is het nog steeds vakantie. Ik blijf braaf thuis en ga lekker naar bed met een krantje. Tenslotte is het nog steeds vakantie.

Departure day. We vliegen laat, dus we kunnen op ons gemak nog een rondje door het park rijden. Maar eerst tanken, ontbijt halen, afmelden bij Wannadive en iets regelen voor de auto zodat we naar het vliegveld gebracht kunnen worden. En vast de koffer klaarzetten en een beetje inpakken. Dan kunnen we eindelijk weg en nemen we de scenic route om nog één keer langs de 1.000 steps te rijden. Eenmaal bij het park kunnen we kiezen, de korte of lange route. De lange dan maar. Het is heet en de weg is hobbelig. Het landschap is grijs en uitgedroogd na zes maanden zonder regen. De meren liggen er maar triest bij en er is weinig leven.

Eerste stop is een blowhole. Een kustrand met gaten waar het water hoog opspuit. Tweede stop is de vuurtoren, waar niks te zien is. Derde stop de ruines van een huisje, en we nemen niet eens de moeite meer om te stoppen en uit te stappen. Wordt dan toch een kort rondje zo. Als we langs een klif rijden zie ik pelikanen zitten. Dat is dan wel weer de moeite waard. Uiteindelijk komen we bij het grote meer aan, waar nog een paar verloren flamingo’s ronddwalen. Daarna richting uitgang, wat nog een hele rit is. Via de oostkust rijden we naar Cai, om aan het grote meer eindelijk wat te eten. De tijd begint te dringen als de laatste twee uren ingaan. Nog een foto bij de zoutpier, een paar jagende pelikanen kieken en dan toch écht naar huis om de koffer in te pakken.

Op het vliegveld afscheid nemen van Frenk en Beate, die een dag later terugvliegen, en moeten wij wachten. We hebben een uur vertraging. Genoeg tijd om nog wat muggenbulten te kweken. Als ik ze later thuis optel kom ik tot 71. Het vliegtuig zit vol Dus upgraden zit er niet in deze keer. We vouwen ons op in de altijd te kleine stoeltjes. In Curacao moeten we er uit, eten we een burger en maken we het uur vol voor we weer opnieuw mogen vouwen. Als dat gebeurd is gaat bij mij het lichtje uit en pas weer aan als we op Schiphol staan. Ik piep en kraak aan alle kanten als ik weer moet bewegen. Eenmaal buiten is het koud en regenachtig en op weg naar huis hebben we ook nog file. Joepie, we zijn weer thuis. Not!

Bon Bini Holland

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *