Roparun 2019: Een avontuur voor het leven

7:00 ‘s ochtends. Op een willekeurige vrijdag gaat de wekker. Bijna weekend. Maar het is geen willekeurige vrijdagochtend. Het is de vrijdagochtend van de Roparun. Dus eten we de laatste restjes yoghurt en brood uit de koelkast als ontbijt, pakken we onze klaargemaakte tassen en vertrekken richting Berkel waar we met de rest van het team afgesproken hebben. Het team bestaande uit lopers Jeroen ‘Peenvogel’ en tevens teamcaptain, Jeroen ‘Oppie’, Angela, Gert-Jan, teamcaptain Menno, Frank, Brigitte en ik zei de gek, Richard, Lisette, Pascal en René begeleiden ons op de fiets, Claudia en Claudia zorgen voor de soepele spiertjes, Peter ‘Smulbeer’, teamcaptain Nikki, Peter ‘Pierre Vitrage’ en Ward rijden de busjes, en last but not least zorgen Warren, Walter, Tristan en Martin dat ons kamp staat en we te eten en te drinken krijgen. Met 24 man/vrouw sterk gaan we deze klus klaren, opgedeeld in twee subteams, Team A (me, de twee Jeroenen, Angela, Lisette, Richard, Nikki en Smulbeer) en Team B (Gert-Jan, Menno, Frank, Brigitte, Pascal, René, Peter en Ward).


In Berkel pakken we de laatste spullen in de vrachtwagen terwijl de twee busjes omgetoverd worden door de chauffeurs als ‘Party Zone’. We zijn er bijna klaar voor als er een kink in de kabel komt. Onze kok is er wegens omstandigheden niet! Gelukkig hebben onze teamcaptains een plan B en terwijl die in werking gesteld wordt halen Frank en ik 12 koffie bij de McDonalds. Zijn ze blij mee. Verse koffie en slechts 3 minuten per bakkie om het te zetten.


Dan zijn we er eindelijk klaar voor en met slechts een half uur achter op schema kunnen we vertrekken. Ik zit in team A en Frank in team B, dus gescheiden busjes. En alhoewel we uiteindelijk één team zijn, is er toch een beetje gezonde rivaliteit. ‘Wie heeft de gezelligste bus?’ Team A natuurlijk, maar dat terzijde. Onderweg is het pret voor tien en zorgt Smulbeer voor een jankmoment als hij voor iedereen een persoonlijke kaart geschreven heeft. De eerste van nog vele jankmomenten die gaan komen.

Bij Kortrijk hebben we de eerste stop en kunnen we een broodje kopen. Alsof we nog niet genoeg eten bij ons hebben want naast het snoep staat er ook een megadoos amandelbroodjes onder mijn stoel. Die heb ik in geen jaren gehad maar dat gaat niet lang meer duren. We komen ook al gelijk de eerste bekenden tegen. Als we allemaal wat gegeten hebben gaan we weer op pad. Maar eerst nog een confettiverrassing voor team B. Gewapend met confettikanonnen wachten we tot ze allemaal in de bus zitten en gaan dan los. We hebben het goed gedaan als er nauwelijks confetti op straat terecht komt en alles in de bus ligt. Eigenlijk was het de bedoeling dat we dat tijdens de run zouden doen maar de organisatie heeft het, overigens terecht, verboden.

We gaan op naar stop twee, vlak voor het Roparun terrein. Na wat zeikregen zijn we daar best snel. Nu is het wachten tot iedereen er is, inclusief de vrachtwagens omdat we als gehele team het terrein op moeten. Eenmaal daar krijgen we een plek toegewezen en we gaan direct aan de slag omdat er donkere wolken aankomen. We hebben de tent nog niet uitgepakt of er komt een enorme stortbui over ons heen gepaard met zware windstoten. Met acht man proberen we de tent op te zetten en vast te houden maar het is hopeloos. Binnen een half uur is er geen spaan meer heel en we zijn niet de enigen wiens tent ten prooi valt aan de storm. Dat wordt improviseren dus een vrachtwagen wordt leeggehaald en er wordt een provisorische eetruimte van gemaakt. De pret is er niet minder om. Gelukkig stopt de regen uiteindelijk, alleen de wind blijft aan.

De BBQ wordt opgezet en gaat aan en een stief kwartiertje later gaan de eerste worstjes en hamburgers rond. We laten het ons smaken. Angela heeft nog een leuke act en een lied gemaakt over het team dat we allemaal vrolijk meezingen. Net als vroeger op schoolkamp. Niet dat ik ooit op schoolkamp ben geweest but you get the idea. Na de BBQ nog even een paar foto’s bij de start en de borden, dansen in de feesttent en rond een uurtje of elf houden we het voor gezien. Tenslotte is het geen afterparty maar een preparty dus het harde werk moet nog komen.

Eenmaal in de tent weet ik weer waarom ik niet van kamperen hou en de taferelen op de berg Kilimanjaro komen weer vol terug. De wind beukt op het zeil, de tent is eigenlijk te klein voor ons beiden dus Frank ligt half op mijn matje dat trouwens niet onopgeblazen is maar het wel lijkt, en door het kussen dat eerst lekker ligt voel ik na 10 minuten de rits van mijn vest, dat er onder ligt voor wat extra volume, heen komen. De prinses op de rits. En dan heb ik het nog niet eens over het ongemak dat ik moet plassen, gesnurk om mij heen en iets met ongewenste luchtjes. Alle ingrediënten voor een slapeloze nacht. Ik heb het alleen niet koud, dat dan weer wel.

Na wat een rampzalige nacht gebleken is waar ik wellicht slechts een paar keer weggedoezeld ben komt ook daar uiteindelijk een eind aan. Opstaan dan maar. Eerst plassen en dan aanvallen op tosti’s die met verve klaargemaakt worden. Ook al in jaren niet gehad. Douchen met koud water heb ik geen zin in dus het wordt behelpen met natte washandjes. Reuze handig. Ook op de Kilimanjaro geleerd. Nog even briefen voor straks, beetje opruimen en dan loop ik nog even naar de partytent om een Roparunvogel te kopen. Ik kan het toch niet laten. 

Om half een gaan we naar de start van het eerste team kijken. Onderweg ernaartoe en bij de start zelf komen we weer een hoop bekenden tegen. En met iedereen een selfie natuurlijk. Een mooie verzameling. Dan nog even een groepsfoto en met Nelli Cooman ook een selfie en dan terug om de rest op te ruimen en een half uur voor tijd opnieuw naar de start maar dan voor het echie. De starters in ons team stellen zich op, Jeroen mag als allereerste. Die eer heeft hij verdiend. Het wordt een emotioneel moment, helemaal als ‘You’ll never Walk alone’ gedraaid wordt. Ik zie bijna iedereen huilen en zelf hou ik het ook niet droog. We zijn van start!

We wandelen gauw terug. Richard en ik worden door Smulbeer en Nikki naar het ongeveer 7 km punt gebracht. Onderweg rijden we over de route en zien we de teams, inclusief ons eigen team, lopen. We mogen uit de bus en klaar staan. Daar komt Angela en het is my turn to shine. Als een gek race ik weg. Natuurlijk had ik dat beter niet kunnen doen want mijn Roparun debuut is gelijk heuvel op. En het is inmiddels warm. De hooikoorts slaat gek genoeg op mijn longen en na mijn eerste 1,5 km piep ik als een leeglopende ballon. Maar goed, de kop is er af en de adrenaline ook. 
Vanaf nu draait het circus. Rennen, aftikken, in de bus, alles eten wat los en vast zit, en dan weer klaarmaken. We rennen door de franse voorsteden van Parijs. Als een haasje over komen de andere teams ook voorbij. Daardoor voel je je ook met de rest verbonden.  De eerste etappe is relatief kort, ‘slechts’ 34 km. We krijgen berichten van team B dat ze staan te trappelen om te beginnen. Nou, van mij mogen ze. Die piepen morgen wel anders. Als we bij de wissel aankomen is het een kort maar gezellig weerzien. We wensen ze succes en dan mogen wij naar onze rustplek. Etappe 1 zit er op!

Als we bij het kampement aankomen krijgen we dubbel goed nieuws. Niet alleen is er een echt toilet, we kunnen ook douchen. De kwartiermakers hebben tevens een nieuwe slaaptent gekocht. Eerst maar even douchen en iets schoons aan. Daarna een hapje eten, couscous met kip en een amandelbroodje als toetje. Na een massage van de kuitjes probeer ik wat te slapen wat niet echt lukt. Al helemaal niet als team B een uur eerder dan verwacht klaar is. Shit, dan moeten we nog opschieten ook. Voordeel is wel dat we langer in het licht lopen.

De wissel is weer kort maar krachtig. Inmiddels is er een TV ploeg van Lansingerland bij ons aangesloten en ze rijden mee om te filmen en te interviewen. Het lopen gaat steeds makkelijker. Ik kan het ‘moeten’ van de 11 km per uur een beetje loslaten en gewoon gaan lopen. Sneller heuvel af en wat langzamer als het heuvel op gaat. Net zo goed als dat we meestal 1,5 km, maar soms 2 km en soms 1 km lopen.

De zonsondergang is prachtig. Met wat donderwolken in de verte staat er een mooie regenboog aan de hemel en het franse boerenlandschap trekt aan ons voorbij. We dragen inmiddels onze lichtvesten maar die lopen dan weer voor geen meter, excusez le mot. Hij bonkt op mijn schouders en schuurt in mijn nek. En natuurlijk zit de Vaseline ergens in de vrachtwagen in plaats van in mijn tas waar hij hoort te zitten. Opnieuw improviseren met een beetje zonnebrand dan maar. Is ook vet. Hopelijk denk ik er straks aan om hem in mijn tas te gooien.

Ik heb berekend dat ik 10x moet lopen dus eerst tel ik op naar 5 en daarna mag ik weer aftellen. Door de wisseling van de koude nacht naar de warme bus verstijven mijn hamstrings. Of zijn het toch de heuvels? Daar moet ik straks ook wat aan doen. Het groene licht van Nikki die de wissel met Angela aangeeft wordt mijn baken in de nacht. Het baken van verlossing. En ik heb nog een meevaller. Tegen het einde blijkt dat ik na 9x al klaar ben. De wissel met Team B is zo mogelijk nog korter, maar we zijn dan ook erg moe en moeten nog een uurtje rijden. Na Team B nog even van een Garmin-euvel verholpen te hebben rijden we eindelijk richting kamp. Ik slaap zo goed en zo kwaad als ik kan. Jeroen adviseert om direct te laten masseren als we aankomen, maar hoezeer mijn hamstrings dat zouden willen liggen mijn prioriteiten eerder bij eten. Where else? Tegen de tijd dat we er daadwerkelijk zijn wil ik eigenlijk maar een ding. Slapen!

Het is nog even een dingetje want als ik al mijn spullen bij elkaar gezet heb ben ik alweer een beetje wakker. Bovendien is het ijzig koud ondanks de tent en de slaapzak. Ik voel me een beetje een zwerver en bedenk me hoe erg dat voor die mensen moet zijn. Ik probeer toch maar mijn ogen dicht te doen en in elk geval te rusten. Rond een uur of zes is het licht en besluit ik me maar om te kleden en klaar te maken. 5 minuten later komt Nikki ons toch ook al halen. Ik krijg twee tosti’s, zoek een struik en heb toch ook net nog even tijd om mijn hamstrings los te laten gooien. Nou ja, losser dan. Daar valt nauwelijks nog eer aan te behalen.

Dan is het wachten op team B. We nemen heel even tijd voor de wissel dit keer. Frank gaat goed maar is heel moe. Een kusje en weg zijn we weer. De warme croissants en chocoladebroodjes gaan aan mijn neus voorbij wegens tijdgebrek want tijd voor een Dixi voor een andere boodschap is belangrijker. En dan mag ik weer aan de bak. Het is prachtig weer en opnieuw worden we getrakteerd op mooie vergezichten. Het lopen gaat me verrassend genoeg goed af. Ik heb geen idee welke snelheid ik loop want ik loop zonder klokje, maar ik voel me goed en het gaat lekker. Als we opnieuw een klein dorpje in komen hebben ze het voor elkaar en naast wat vers brood mag ik straks heerlijk genieten van het lekkerste citroentaartje ooit. Smulbeer is de liefste. Oh nee, dat was Frank, maar Smullie komt dicht in de buurt.

We werken gestaag onze kilometers af en komen onderweg nog wat groene shirtjes tegen. Dan krijgen we een stukje Run-Bike-Run en ik mag met de twee Jeroenen aan de slag. Ik zit nog geen 500 meter op de fiets of prompt rij ik al verkeerd. Er loopt een paarse en een blauwe lijn op het scherm van de navigatie en ik meende opgevangen te hebben dat de paarse lijn voor de vrachtwagens is. Bovendien lopen er nog drie teams die kant op. Een busje roept dat we verkeerd zitten, een ander van niet maar even later blijkt dat de eerste gelijk heeft en moeten we terug. En we gingen net heuvel af. Oppie heeft dus pech en moet weer teruglopen. Gelukkig kan hij dat wel hebben. De afwisseling met het fietsen is erg lekker en met het lekkere zonnetje en de wind door mijn haren heb ik het prima naar mijn zin. We rennen dan ook 2 km per keer aangezien het een wat langer stukje is. Als ik voor de tweede keer ga rennen komen we ons busje weer tegen en pakken we het normale ritme weer op. En alhoewel ik wel wat moe ben is het enige ongemak een schuurplek in mijn nek van het lichthesje.

Bij bijna de laatste wissel en nadat we de grens met België gepasseerd zijn staan we vlak bij een Carrefour waar ik Cola Zero kan halen aangezien de voorraad blikjes Cola Light op is, en wat andere noodvoorraden. Dan mag ik het laatste stukje rennen naar de wissel met team B. Ergens in mijn achterhoofd weet ik, hoop ik, dat ik met Frank mag wisselen en inderdaad staat hij klaar om mijn high five te ontvangen. Dat wordt een knuffel en een kus. Zij nemen het stokje weer over en wij mogen nu even in de relaxmodus.

We rijden naar ons kampement waar opnieuw wc is en een douche. Het water is kouder dan wat er uit je tuinslang na een midwinternacht komt maar het is een douche. Warren maakt pannenkoeken warm en ik lig op de massagetafel en maak me klaar voor de avond/nachtetappe. Daarna nog even rondhangen want slapen lukt toch niet. En natuurlijk dat heerlijke citroentaartje dat zijn weg naar mijn maag vindt afgetopt met een bakje pasta. In die volgorde.

Het is alweer veel te snel tijd om op te ruimen. Team B komt er al aan en we bereiden ons gauw voor op etappe vier. Als we staan te wachten hebben Nikki en Smulbeer zich verkleed en als het andere busje er aan komt hebben ook Peter en Ward een dokterspak aangetrokken met mondkapje en al. Ook hebben ze een spandoek bij zich met de woorden ‘Dopingcontrole’. Hilariteit alom als lopers en busjes gestopt worden voor een zogenaamde ‘controle’. Even later komen ook de loper en fietsers er aan en is het tijd voor ons om te vertrekken en voor hen om uit te rusten. En dat is nodig ook want ze zitten er redelijk doorheen, mede door het feit dat zij de plensbuien op hun kop hebben gekregen. 

Het animo onder het publiek in België is aanzienlijk groter dan in Frankrijk. Nou was dat niet zo heel moeilijk omdat het daar ‘non existant’ was. De mensen juichen ons toe, klappen en hebben zelfs her en der een spandoek opgehangen. Zo wordt het lopen wel erg leuk en ik voel me helemaal top. Het lopen gaat niet alleen makkelijk maar ook nog eens snel. Dan komen we in Dendermonde, waar ze er helemaal een feest van gemaakt hebben. We krijgen snoep aangeboden en op het dorpsplein hebben ze een podium met DJ en een groep cheerleaders. Oppie is aan het lopen en ik ben jaloers. Ik wil er uit en ook lopen! Wat een contrast met het uitgestorven Frankrijk. We hebben grote moeite om er doorheen te komen dus Oppie loopt een kilometer extra voordat we hem weer opgepikt hebben. Wat dat betreft kan je dat wel aan hem overlaten. Inmiddels weet ik dat als we snelheid willen maken of iemand even moe is, Oppie het wel oppakt of goedmaakt. Oppie the running man!

Hyper van de positieve energie vlieg ik over de weg voor mijn deel. Dat het nog altijd groot groter grootst kan wordt bewezen als we Zele binnenkomen. Daar hebben ze er een jaarlijks volksfeest van gemaakt wat bijna niet te omschrijven valt. Ieder jaar is er een ander thema en dit jaar is het vuur. We hebben dan ook brandweerhelmen gekocht om aan te sluiten. Dat vuur meer met een draak te maken heeft dan de brandweer hadden we even niet in de gaten. Overal hebben mensen feesttentjes a la Crooswijk, er is muziek, eten en drinken en alles is versierd. Ze hebben zelfs een T-shirt wat ik natuurlijk stante pede moet hebben. Het is te koop op het plein bij de kerk. We gaan als gehele groep wandelend er doorheen. Als we het dorp binnenkomen staat er een soort catwalk waar we overheen mogen lopen terwijl ieder team door een DJ aangekondigd wordt. Wij zijn ‘van de brandweer’. Het geeft niet, de pret is er niet minder om en ik schrijf weer een nieuwe fantastische ervaring voor in mijn hardloopboekje. 

Als je dan denkt dat dit het is vergeet het maar. Om de hoek is het plein bij de kerk. Opnieuw een DJ en opnieuw een catwalk en opnieuw worden we voorgesteld aan het publiek dat ons toejuicht. We doen het gewoon nog eventjes dunnetjes over, voor het geval je de eerste keer iets gemist heb, het te kort duurde, het niet goed ging of gewoon zo maar, omdat het kan. Iedereen wil een high five, jong en oud door elkaar, en ze hebben levensgrote poppen cq standbeelden gemaakt die iets met de Roparun of het thema van doen hebben. De Roparunvogel, een duivel, een brandweerman en een metershoge tweekoppige draak. Zo moeten filmsterren zich voelen en ik kan me voorstellen dat je daar verslaafd aan raakt.

Ik kijk uit naar de T-shirts en ontwaar het bescheiden standje tussen alle eet- en drinktentjes. Kleine uitdaging, ik moet even over het hek klimmen om er te komen en ik kan alleen cash betalen. Wat ben ik toch altijd blij met het noodbriefje van €20 in mijn telefoon. 2 minuten later en €7 armer ben ik een Zele Roparun 2019 T-Shirt rijker. De op straat gevonden nepmedaille maakt de outfit compleet. Je zou bijna de reden vergeten waarom we daar zijn. Oh ja, we komen om te rennen. Het is mijn beurt weer en ik kan me maar met moeite losrukken van het feestgedruis wat langzaam wegsterft naarmate we verder op de route komen, het dorp weer uit. Echter tot ver buiten het dorp vieren mensen feest, krijgen we nog high fives en staan de vuurpotten nog langs de straat.

Als de rust weer is wedergekeerd wordt het langzaam aan donker naarmate we dichterbij ons doel voor vandaag komen, de wissel met Team B. Ik loop nog steeds lekker door en in de bus hebben we ons eigen feestje met muziek en gezelligheid. Ik merk wel dat mijn spieren serieus beginnen te protesteren maar ik voel me verder energiek. Toch ben ik blij als ik mijn laatste stukje mag doen. Het waren er iets meer dan tien dit keer omdat we ook nog wat Run Bike Run gehad hebben met drie lopers. Daarna moeten alleen Angela en Jeroen nog een stukje, waarbij Nikki het stukje van Jeroen overneemt en dan staat daar Team B. Niet heel erg uitgerust en ook enigszins gehavend met veel pijntjes hier en daar. Ik benijd ze niet.
Wij rijden door naar Halsteren, het zwembad van Walter waar we mogen bivakkeren. Tijdens het ritje van een klein uur val ik in diepe slaap om met een volledige lege batterij weer wakker te worden als we er zijn. Alle opwinding eist nu zijn tol. Maar gelukkig zijn we in de hemel op aarde beland. Het is er warm en droog, binnen, er zijn wc’s en warme douches en als ik dan ook nog een uitgebreide massage krijg en er twee tosti’s voor me gemaakt worden probeer ik toch nog een paar uur slaap te pakken voordat we de laatste etappe in gaan. Voor mij een dubbele aangezien ik meeloop in de volledige Run Bike Run van Team A en daarna overstap om mee te fietsen met die van Team B voor de finish. Onze chauffeurs zijn bij deze klaar alsmede onze fietsers. Ik mis ze nu al!

Helaas wil de slaap niet vatten en lig ik ietwat ongemakkelijk. Het veldbedje is een beetje doorgezakt en ik voel de stangen onder mij. Heb je die prinses op de erwt weer. Ik schrik wakker als Nikki me roept dat we moeten gaan bewegen dus ik moet toch een beetje geslapen hebben. Het is 4:30 dus ik gok een klein half uurtje. Ik ben slaperig en moe maar ga echter direct aan de slag. Net als een pleister, die moet je er ook gelijk aftrekken. Ik zoek mijn spullen bij elkaar, maak onderscheid tussen wat ik per sé vandaag mee wil hebben en wat tot morgen kan wachten, en kleed me aan voor de laatste etappes terwijl ik ondertussen wat te eten probeer te scoren. 

Team B is binnen een actieradius van 4 km dus we gaan op weg met de fietsen voor de Run-Bike-Run. Jeroen start met lopen en gaat lopend naar het wisselpunt. Het duurt echter lang voordat ze er zijn en we beginnen nattigheid te voelen, en niet van de regen. Na een belletje blijkt dat we gelijk hebben. Ze hebben ons gemist en zijn Halsteren alweer bijna uit. Ze moeten helaas terug want ze moeten toch echt naar het zwembad én we moeten aftikken. We rennen/rijden ze vast tegemoet. Gelukkig vinden we ze snel en kunnen weer door. Onze officiële laatste etappe is begonnen.

Ik realiseer me pas op dat moment dat we in Nederland zijn. Het voelt vreemd na een deel van Frankrijk en België te voet te hebben doorkruist. De ochtend is fris maar droog. Ideaal loopweer dus. Ondanks het feit dat het tweede pinksterdag is en nog geen 6 uur ‘s ochtends zijn ook hier mensen die al in de tuin zitten om ons aan te moedigen. Het meest aangrijpende zijn diegenen met een foto van een overleden dierbare in de tuin of de dame zonder haar waarvan we allemaal de reden weten. Diezelfde reden waarom we nu aan het lopen zijn. Het zoveelste jankmoment dient zich aan.

De route wisselt zich af en we lopen hele kilometers in plaats van anderhalfjes. Vanuit Halsteren lopen we parallel aan de snelweg naar Steenbergen, Dinteloord en Willemstad over de Haringvlietbrug naar Numansdorp, waar onze etappe eindigt. Ik voel me fantastisch ondanks dat ik al drie dagen nauwelijks geslapen heb. We hebben muziek bij ons en we zingen, fietsen en lopen er op los. Het lopen zelf gaat ook prima al heb ik wel elke run even 50 meter nodig om even los te worden na het fietsen. Gelijk een mooie oefening voor de triathlon over twee weken. Op de Haringvlietbrug komen we RTV Lansingerland nog tegen en de dorpen hebben hun best gedaan om er iets moois van te maken met muziek, rode lopers en speakers die iets over de teams vertellen. In ons geval dat we 5 debutanten hebben ‘waarvan één echtpaar’. That’s us!

Drie uur en drie kwartier later zijn we in Numansdorp en hebben we de laatste wissel. Team B neemt het over, aangevuld met Lisette, Nikki, Warren, Tristan, Walter en ik zei de gek. We zetten koers naar Oud-Beijerland en van daaruit naar Barendrecht, waar de RMD cheerzone is. Ik heb de afspraak dat ik aangeef als ik ook nog een kilometer wil lopen en pak er een in Oud-Beijerland, waar ik meteen tegen een hangende bal aan mag tikken voor het publiek. Om in Barendrecht te komen moeten we eerst door de Heijnenoordtunnel. Een soort omgekeerde van Brienenoordbrug. Menno vraagt of ik wat actiefoto’s wil maken dus ik fiets vooruit. Drie keer. Heuvel op. Dat kost me het laatste restje van mijn bovenbenen blijkt later.

Eenmaal in Barendrecht is het uitkijken naar de RMD Cheering zone. Ik ben in contact met Deborah die ik gelijk om speldjes vraag. Mijn startnummer achter zit bijna los omdat ik al twee van de drie speldjes kwijt ben en voor dreigt hij uit het hoesje te vallen omdat het plakband doorgescheurd is. Maar eerst krijgen we het podium en de high five met de burgemeester. Het moment is voorbij voordat ik er erg in heb. Omdat ik heb aangegeven nog een keer te willen lopen en ik daarmee Brigitte zal afwisselen moet ik ook in de gaten houden wanneer het zover is. Dat is precies bij de Cheering zone dus ik fiets vooruit, zet hem neer, geef Deborah een knuffel en krijg twee speldjes van haar. En dan gaat het mis. In plaats van af te tikken met Brigitte en even tijd te hebben om de RMD-ers gedag te zeggen is ze doorgelopen en moet ik er achter aan.

We tikken alsnog af, zij loopt terug en ik loop verder zonder iemand gedag te kunnen zeggen. Jammer maar het is niet anders. Ik ben nu wel stijf en mijn spieren doen zeer dus ik besluit gelijk dat dit mijn laatste kilometer is. De rest gaat op de fiets, het is mooi geweest. Vanuit Barendrecht lopen we zo Rotterdam in en komen langs de Daniel den Hoed. Uit respect stappen we af en wandelen er langs. Het is een emotioneel moment voor iedereen. Brigitte krijgt een bloem met een briefje van een jong meisje dat haar vader vorig jaar verloren is. Vorig jaar toen hij nog leefde en ze samen de lopers aanmoedigden. Nu is hij er niet meer. En als er ooit een reden is waarvoor je de Roparun loopt dan is dit hem.

We maken een groepsfoto en gaan door voor het allerlaatste stukje naar de voet van de Willemsbrug. Maar eerst worden we nog opgevangen bij de Hef door de rest van het team. Het weerzien is emotioneel maar vooral fijn. De fietsen worden in de bus geladen op die van ons na en met z’n allen lopen we naar de voet van de Willemsbrug waar de finish van de klok is. Er is nog even wat verwarring maar uiteindelijk rijden Frank en ik met Menno mee naar het laatste checkpoint om ons af te melden. Dan zetten we de fietsen weg, komen weer samen met de rest om over de Willemsbrug naar de Binnenrotte te lopen waar de feestfinish is.

Daar worden we onthaald als heuse helden, met bloemen, gejuich, bier, fotografen en interviews. Ik blijf emotioneel en besluit mijn ene biertje in de drie jaar op te drinken. Die komt aan, de man met de hamer is er niks bij. Instant dronkenschap! Als we eindelijk onder de finish door zijn maken we nog een groepsfoto en krijgen we van Nikki onze medaille. Omdat het uiteindelijk begint te regenen gaan we richting Barclays waar we afgesproken hebben voor een laatste drankje. Een laatste drankje met dit fantastische team mensen. Aan het eind van de middag storten we in en gaan naar huis. Maar eerst nog onze fietsen ophalen. Thuis weken we het zweet van ons lijf in een bad en scoor ik pizza’s voor het avondeten. Frank valt gelijk weg in een diepe coma terwijl ik vecht om op een normale tijd naar bed te gaan. Net als met jetlag proberen zo snel mogelijk in het ritme te komen.

De volgende dag rijden we weer naar Berkel om alle spullen op te ruimen en de busjes en vrachtwagens terug te brengen. Nog een keer met iedereen samen, nog een keer knuffelen en de afscheidsbriefing van onze teamcaptains. Ik heb nu al last van de Roparun blues en mis iedereen al nog voordat we goed en wel weggereden zijn. Het avontuur is ten einde. Voor nu.

Roparun 2019. Wat was je mooi, wat was je op momenten zwaar, wat was je intens maar vooral wat was je fantastisch. En natuurlijk de hamvraag. Gaan we volgend jaar weer mee? Ik hoef er geen seconde over na te denken en ik weet dat Frank dat ook niet hoeft.

Jatog! Niettan? Éch wel!

4 Reacties

  1. Pascal Molenaar

    Mooi verhaal Saskia, ben blij dat je alles zo in geuren en kleuren voor je kan halen.

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dank je wel Pascal! Mijn blog is inderdaad ook stiekem mijn dagboek.

      Reageren
  2. Carina Slingerland

    Mooi verslag! En leuk dat ik je een aantal keren ben tegen gekomen tijden de Roparun! Volgend jaar zijn wij er ook weer bij met Team 326 Run for Cancer! Maar ik kom je vast nog wel eerder tegen. Nu nagenieten van deze Roparun en uitrusten!

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Dank je wel! Jij ook. Hadden elkaar al een tijdje niet meer in real life gezien dus was erg leuk om je tegen te komen. And definitely meet you next year tijdens de Roparun en hopelijk eerder.

      Reageren

Laat een antwoord achter aan Saskia Uit den Bogaard Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *