Ik ben mijn hele leven al een einzelgänger geweest. ‘A-sociaal’, riep mijn moeder altijd. Niet dat ik niet aardig ben voor mensen, althans meestal wel, maar ik heb gewoon niet zo veel behoefte aan met andere mensen zijn. Ik kan dan ook prima hele dagen geen mensen spreken, een hele zondag in mijn eentje een boek lezen of in mijn eentje op pad gaan. Op een feestje waar ik geen of weinig mensen ken zal ik eerder op een afstandje staan toekijken dan met Jan en alleman kletsen. Wat dat betreft zijn Frank en ik tegenpolen. Frank legt de contacten, ik ben meestal degene die ze onderhoudt want bij mij duurt het allemaal wat langer, maar ik zoek dan wel de diepgang en eenmaal besloten dat ik iemand aardig vind steek er ook de nodige energie in. Maar dat terzijde.

Toen ik begon met hardlopen liep ik dan ook het liefste alleen. Niemand om rekening mee te houden, gewoon lekker mijn eigen ding doen, muziek luisteren tijdens het lopen en me niet bezwaard voelen als ik te langzaam liep. Totaal niet het beeld dat Frank had toen hij me overhaalde om überhaupt te gaan hardlopen, want hij wilde dat ik juist meeging voor de gezelligheid. Ha, ha, ha, hij kwam van een koude kermis thuis en zo zie je maar weer dat dingen niet altijd lopen zoals je bedacht hebt, excusez le mot.

Maar goed, toen ik had besloten om de marathon te gaan lopen had hij de perfecte smoes en kwam ik er niet meer onderuit. Ik als vrouw alleen in het donker in het bos lopen in de winter was voldoende reden om niet alleen te gaan. Althans niet voor hem en hij was onverbiddelijk, dus vooruit dan maar. Ik raakte er aan gewend en in de loop der jaren, toen ik beter en sneller werd, maakte het ook niet meer zo uit. Ik kon mensen goed genoeg bijhouden en vond het ook niet erg om in te houden als ik juist iemand had die langzamer was dan ik. En zowaar vond ik het nog gezellig ook.

Met de overstap op de trails begon het weer een beetje van voor af aan. Ik moest weer helemaal wennen aan de manier van lopen. Ik kon Frank of andere doorgewinterde trailers in het begin moeilijk bijhouden en werd daar dan chagrijnig van. ‘Loop maar lekker door, ik loop wel alleen!’, riep ik dan gefrustreerd als ik weer eens 100 meter achter de groep aan bungelde, om vervolgens 30 km verder als een trein iedereen voorbij te schieten en in het voorbij gaan te roepen: ‘Sorry hoor, maar ik heb een lekker nummertje in mijn oor en moet deze even uitrennen, ik wacht straks wel.’ 

Op die manier liep ik dan toch grotendeels gezellig met mensen of met Frank als we samen liepen, mee. In zoverre dat ik het zelfs aandurfde om grote avonturen, zoals een eerste 100 km, met een groep te lopen. Mijn solo dagen waren zo goed als voorbij en ik zocht vaker wel dan niet gezelschap om mee te lopen. Gezellig kletsend, foto’s maken onderweg, en leuke routes bedenken en ontdekken met zijn tweeën, drieën of een hele groep. 

Inmiddels ben ik op het punt dat ik niemand meer bij kan houden en ook nog eens extreem onregelmatig loop. Geen hond dus die met mij lekker kan lopen. Ik ben weer volledig teruggeworpen op mijn solo loopjes. Ik heb het nog wel geprobeerd maar opnieuw ervaar ik de frustratie van het na 100 meter al achteraan bungelen en nadat ik een tijdje terug daarmee de groep kwijtraakte heb ik besloten dat ik het voorlopig ook niet meer ga proberen. Bovendien vind ik het vreselijk om mensen op te houden of dat ze continue moeten inhouden of zelfs moeten gaan wandelen omdat ik het niet meer trek. Ik voel me bezwaard en wil de vrijheid hebben om mijn ding te kunnen doen. 

Ik vind het jammer en het is frustrerend, maar ik vind het in de basis ook nog steeds niet erg om alleen te lopen. Dat is namelijk wel de enige manier waarop ik even compleet van de wereld kan zijn. Soms ga ik weg voor een 5 km loopje en ben ik ruim een uur weg, en dat is niet alleen omdat ik een uur over 5 km loop. Dat is ook de reden dat ik nog steeds prima lange afstanden kan lopen. Gewoon lekker starten en in mijn eigen wereld, verzonken in mijn eigen gedachten en doen waar ik zelf zin in heb terwijl ik loop kan ik oneindig doorgaan. Dat lukt niet als er iemand bij me is, sorry Frank. Dan word ik toch te veel afgeleid en ergens in mijn achterhoofd ben ik dan ook nog bezig met die ander en of ik niet te veel tot last ben.

Natuurlijk hoop ik dat het ooit weer beter wordt dat ik ‘gewoon’ weer mee kan met de rest en zelf kan beslissen of ik wel of niet met iemand samen loop. Tot die tijd loop ik alleen met mensen die zich honderd procent realiseren dat ik niet sneller kan en heel veel en heel vaak moet wandelen onderweg. Frank heeft geen keuze. Of hij past zich aan of loopt alleen, wat hij helemaal niet leuk vindt. Gelukkig zijn er ook nog een paar andere mensen die zich af en toe opofferen. 

Of ik loop met mensen die zelf ook kampen met problemen en dus heel erg goed begrijpen hoe het zit en ook niet sneller of makkelijker kunnen. Dan kunnen we samen huilen om wat ooit is geweest, en blij zijn om wat we nog wel kunnen. Want het alternatief, op de bank gaan zitten, uitdijen en wachten tot we dood zijn, is geen optie. 

Dan loop ik toch niet helemaal solo.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *