Vrijdagochtend verzamelen we om 10:00 om te helpen alles wat nog mist in de busjes en vrachtwagens te gooien. Eerst hebben we nog de BBQ, gesponsord door onze slager Van Linschoten, opgehaald, en ik ben toch nog even naar de bakker geweest voor wat lekkers voor onderweg. Het is een fijn weerzien met het team, 335 Jatogniettan?!. We zijn hetzelfde team als vorig jaar, alleen Brigitte kon niet mee als loopster. In plaats daarvan is Gerrit mee. Daarnaast hebben we natuurlijk Warren, Frenk, Johan en Patric als kwartiermakers, en Astrid en Sietske als masseuses. De rest is verdeeld in subteam A, Bastiaan en Jochem als chauffeurs, Pascal en Richard als fietsers en Jeroen, Walter, Kevin en dus Gerrit maken het als lopers compleet. Ik zit in subteam B, met Peter (aka Smulbeer) en Melissa als chauffeurs, Nikki en Sandra als fietsers en de lopers Jan, Menno, Frank en ik zei de gek.
Als alles ingeladen is en Menno een korte speech gehouden heeft gaan we op weg naar Clastres waar dit jaar het startterein is. Het is voor het eerst sinds Corona dat we weer naar Frankrijk kunnen, alleen niet op de gebruikelijke plek bij Parijs. Daar is het kampement voor de pers voor de olympische spelen gebouwd. Om de mindere kilometers goed te maken doen we een extra lus in Nederland. Fijn, ik vind het superleuk om door Frankrijk en België te gaan, ondanks dat er meer heuvels zijn en dus het lopen iets zwaarder. Het wordt sowieso spannend hoe het zal gaan na drie weken Vitamine D en twee weken ijzer. Gelukkig merkte ik vorige week al verbetering.
Onderweg is het dolle pret met meezingen, met alternatieve teksten op de liedjes, en we oefenen even een limerick die we voor de kwartiermakers gemaakt hebben. Zij hebben iets voor Team A gemaakt en Team A iets voor ons. We gaan het zien. Ook is er ruimte voor emoties als Peter traditiegetrouw een kaart voor een ieder van ons gemaakt heeft met een tekst die verwijst naar ieders persoonlijke reden om deel uit te maken van dit team. We maken twee stops om wat te eten, tegen mijn goede voornemens in is het weer te veel en te slecht, en te zorgen dat de busjes en vrachtwagens bij elkaar blijven en gelijk aankomen.
Dat gelijk aankomen moet omdat we met z’n allen het Roparun terrein op moeten en parkeren voor de camping. We komen laat in de middag aan vanwege veel files maar we hebben een prima plek. Toiletten in de buurt en dicht bij de start en de tent van de organisatie. Gezamenlijk zetten we de tenten, tafels, stoelen en BBQ op en dan kunnen we gaan relaxen met een biertje en een chippie. Ik heb uiteindelijk contact gekregen met Radio Roparun en ze willen graag dat ik mijn aangevraagde nummer aankondig. Sweet Caroline van Neil Diamond, voor mij onlosmakelijk verbonden met de Roparun. Hij wordt ergens tussen elf en twaalf uur ‘s avonds gedraaid. Omdat dat redelijk laat is spreken we af dat ik wat inspreek en doorstuur.
Tijdens de BBQ doen we de ‘van wie is dit geheim’ quiz. We moesten allemaal een geheim van onszelf bij Peter indienen en de rest moet nu raden van wie welk geheim is. De mijne? Nee, nee, what happens tijdens de Roparun stays at the Roparun. Na de BBQ gaan we nog even naar het startfeest van de organisatie waar we de nodige bekenden tegenkomen. Rond een uur of elf vind ik het genoeg en duik het tentje in. Ik word gebeld door Radio Roparun maar dat blijkt een foutje. Ik zet nog wel even de radio aan en om half twaalf wordt Sweet Caroline inderdaad gedraaid, mét mijn ingesproken tekst.
Van slapen komt niet veel. Het is vochtig, ik lig zoals gewoonlijk ongemakkelijk, de generator maakt herrie, er zitten wat mensen nog tot laat te kletsen en Frank ligt te snurken. Maar dat is bekend bij de Roparun, ik ga het hele weekend niet tot nauwelijks slapen. Toch kom ik pas om 8:00 mijn tentje uit, want als je niet kan slapen, dan in elk geval rusten. We doen rustig op ons gemak ontbijten en om 11:00 geeft Menno een laatste briefing. Daarna zingen we onze limericks en gaan we naar de start om naar de aftrap te kijken. Ook nu komen we weer allerlei bekenden tegen. Daarna weer terug naar de tent.
Wij starten zelf om 14:00 dus om 13:30 gaan we opnieuw naar de start. Team A begint altijd en we tellen af. Als ze weg zijn mag Team B met zijn ziel onder de arm wachten tot ze aan de beurt zijn. Rond een uur of vijf is het zo ver. We helpen de kwartiermakers om het kamp af te breken en alles in te laden en rijden naar het wisselpunt voor onze eerste etappe die rond 19:00 volgens planning moet beginnen. We hebben voor elke etappe een thema bedacht en alhoewel Team A in het groen gestart is, mogen wij beginnen met thema ‘Frankrijk’. Voor de foto in vol ornaat, inclusief plaksnor en stokbrood, voor het lopen in iets gemakkelijkers.
De wissel is kort maar krachtig. Menno start met lopen, daarna ik, dan Jan en Frank sluit de shift. We moeten ongeveer 57 km dus dat is ongeveer 14 km per persoon. Als het mijn beurt is, kan ik gelijk testen hoe het gaat en zal ik een beetje kunnen inschatten of het wat gaat worden dit weekend. Het valt mee en ik merk duidelijk verbetering. Het valt mee qua resultaat gezien de omstandigheden, want het is zwaar en warm, en lang niet wat het vroeger was. Maar ik kan de hele 1,5 km door rennen, heb ongeveer 10 km per uur en val niet dood neer als Jan me aftikt en ik het busje weer in mag. We zijn begonnen!
Het is heerlijk om weer in Frankrijk te mogen lopen. Ik ben dol op het landschap en neem de heuvels voor lief. Bovendien zit Frank bij ons, dus hij krijgt alle heuvels omhoog en de rest de heuvels omlaag. Dat is traditie en gek genoeg komt het nog zo uit ook. Het blijft lang licht ook al moeten we vanaf 20:00 de verplichte lichthesjes aan. Als ik één ding vreselijk vind van de Roparun dan zijn het de lichthesjes. Ze zitten niet lekker, schuren en verkloten je shirts met het klittenband. Maar goed, dat hoort er ook bij. In deze etappe zit de doorkomst van Bertry, waar normaal gesproken broodjes worst of iets dergelijks uitgedeeld wordt. Dit jaar hebben we wel een leuk onthaal maar geen worst. Misschien moeten ze er weer even in komen.
Iets voorbij middernacht zit onze etappe er op. Ik heb dan 14 km op de teller staan en leef nog steeds. We zijn in Rombie-et-Marchipont waar we ons kampement hebben. We mogen op een plein bij een school staan. Daar aangekomen wordt er eten voor ons klaargemaakt maar eigenlijk willen we gewoon masseren en slapen. Na twee tosti’s en een vochtig doekje over mijn lijf ga ik in de tent liggen maar we liggen toch in de open lucht en het is heel vochtig dus het wordt weer niet veel slapen. Daarnaast ligt er iemand enorm te snurken en sowieso hebben we weinig tijd. Volgens planning moeten we rond 4:00 ‘s nachts weer op pad maar team A is snel en dus moeten we eerder weg om de wissel te halen.
De wissel is in Geraardsbergen vlak voor ‘de muur’. Een bult van een paar honderd meter met een stijgingspercentage van 19,2 % en tevens een nieuw stuk route in België. Een paar van onze mannen zijn daar een paar weken geleden wezen kijken toen ze kampinspectie deden. De behoorlijke bult gaat ook nog eens omhoog over kasseien, en is bekend onder veel wielrenners. We hebben besloten om dit eerste stuk van 1 km met z’n allen te lopen. Officieel is het mijn shift want Menno is de vorige geëindigd. Het thema van deze etappe sluit aan op het thema van Zele, traditiegetrouw het Belgische dorp dat de Roparun omarmt en er een heel feest van maakt. Wij zullen daar weer wisselen. Het thema is Mexico dus gewapend met poncho’s en sombrero’s staan we team A op te wachten. Zelfs de plaksnorren van Frankrijk kunnen omgedraaid opgeplakt.
Ook deze wissel gaat snel. Sneller dan we die bult oplopen want ik ben moe, niet wakker en het is écht een steile klim. Zelfs de fietsers hebben er moeite mee en moeten afstappen. RTV Lansingerland is er ook. Ze volgens ons gedurende de hele route en maken een mooi item. Gelukkig geldt de regel ‘what goes up must come down’ dus ik mag ook naar beneden rennen en dan is het weer de beurt van Jan en kan ik even bijkomen. Vanaf dat moment begint weer de carrousel van klaarstaan, rennen, busje in en bijkomen en wachten tot ik weer klaar mag staan.
Het wordt langzaam licht maar de lucht zit een beetje dicht dus we hebben geen mooie zonsopgang. Toch hebben we mazzel met het weer. Vooralsnog is het droog en niet koud. De setjes die ik gemaakt heb kunnen dus ook ietwat aangepast door de lange broeken te verruilen voor korte broeken. Voor deze etappe heb ik mijn wat moeilijkere schoenen aangetrokken omdat ik niet alles met dezelfde schoenen wilde doen maar ik heb al besloten dat ik deze niet meer ga gebruiken. Je moet het jezelf zo makkelijk mogelijk maken anders hou je het niet vol.
Tijdens mijn eerste editie van de Roparun kreeg ik van Peter een vers citroentaartje van de Franse bakker. Nu dat we weer vanuit Frankrijk lopen moeten we dat natuurlijk herhalen dus we azen op een bakker die op zondag gewoon open is. In België is dat meestal ook zo en na een paar pogingen lukt het om gauw even te stoppen en naar binnen te wippen. Ze hebben geen citroentaartjes maar verse croissants en chocolade eclairs mogen ook. We smullen er van en kunnen weer een paar kilometer verder.
Ik moet eigenlijk al een tijdje naar de wc maar dat is best lastig. Tenminste voor een nummer twee. Gelukkig komen we langs een Roparun steunpunt in Moorsel waar ze niet alleen broodjes worst hebben, maar ook een echte wc. Duurt even want er staat een rij maar het lucht wel op. Dan kan er nu wel weer een broodje rookworst bij. Aan het eind van de etappe heb ik tijdens mijn shift weer een doorkomst, dit keer bij Dendermonde. Groots opgezet staat er een hele rij met cheerleaders op het plein en een groot paardenhoofd, waarschijnlijk iets dat met de stad te maken heeft. Jan tikt me hier af en Frank staat me op te wachten voor een foto als ik even met de cheerleaders dans. Dan gauw de bus weer in.
Of het nu dat ‘gauw de bus weer in’ is, de vermoeidheid, onoplettendheid, de kasseien of een combinatie van die vier, Joost mag het weten maar mijn rechterenkel klapt volledig dubbel. Om mezelf de blamage van languit op straat liggen voor het zicht van al die mensen te besparen vang ik mezelf op met mijn linkerknie op de stenen. Met een stekende pijn aan beide kanten van mijn voet trek ik mezelf alsnog de bus in. Shit, is dit einde oefening? En we zitten pas in etappe twee. Hoe gaan we dit oplossen? Oh, en over drie weken moet ik ook de Liberation Trail lopen. Shit, shit, shit. Officieel moet ik nog twee shifts lopen maar die sla ik sowieso over. Dat moeten de mannen maar even opvangen.
De wissel is in Zele. Gezien het tijdstip is het erg rustig en dat valt tegen vergeleken met andere jaren. Desalniettemin gaan we met het hele team op de foto, is iedereen leuk verkleed en is er toch een echte doorkomst. Bovendien hebben we een verrassing gekregen. Isabel, de vrouw van Sander, is samen met een oud team lid ons op komen zoeken. Sander is de broer van Menno, oud team captain van eerdere Roparun teams en overleden aan kanker. In feite is hij de grondlegger van Jatogniettan?!. Gezien mijn enkel ben ik even op de fiets gegaan. Ik kan er wel op staan en lopen maar hij doet nog steeds zeer. Na de wissel, inclusief bijpraten, knuffels, foto’s en andere gezelligheid moet team A toch echt door en gaan wij richting kamp.
Het tweede kamp is op een oude camping en dat betekent wc’s en douches. Het is prachtig weer en we zitten dan ook lekker in het zonnetje. Ik heb een zak ijs op mijn enkel gelegd en na tien minuten ga ik eerst even douchen en laat hem daarna door Astrid intapen. Gezien het volgende thema Disney wordt het natuurlijk roze tape. Daarna wandel ik wat over de camping en eet drie pannenkoeken. Ik probeer ook wat te slapen maar daar komt eigenlijk niks van terecht.
De mensen van RTV Lansingerland zijn er ook en als we ons klaar maken voor de volgende etappe en in vol ornaat Disney zijn maken ze wat shots van ons en worden we geïnterviewd. Ik heb een soortgelijke outfit aan als destijds met de Disney run en ben verkleed als Ariël de kleine zeemeermin. Met bijpassende pruik en zeemeermin hardloopbroek. Broek die ik overigens alleen aan heb voor de foto en voor de wissel want het is veel te warm. Als we op team A wachten regent het dat het giet maar volgens planning moet Jan beginnen en tegen de tijd dat ik aan de beurt ben zou het weer droog moeten zijn. Zou ik zoveel mazzel hebben?
Ik heb zoveel mazzel. Na de pruik en broek gedumpt te hebben mag ik weer aan de bak. Het is inmiddels rond een uur of vijf in de middag. Bovendien heeft team A 8 km extra gelopen zodat wij net even wat langer konden rusten en de derde etappe iets minder hoeven te lopen. Wij zijn iets minder snel en met Menno niet helemaal fit en mezelf inmiddels ook niet is dat wel heel erg welkom. Ik ga van start en mijn enkel is ok. Ik voel hem wel maar toch ook niet en hij doet in elk geval geen pijn. Zo kan ik wel uitlopen. Voor de zekerheid loop ik iets voorzichtiger en het gaat goed. Wat dat betreft heb ik meer last van mijn keel. Niet helemaal zeker of het hooikoorts is of de vochtige lucht van de avond er voor, maar ik heb een hoestje ontwikkeld.
Zo werken we weer onze etappe af. Toch valt het iedereen zwaar. Op de een of andere manier zit de spirit er iets minder in en is iedereen moe. We gaan ongemerkt Nederland binnen wat jammer is want we wilden een foto maken bij de ‘grens’, maar we hebben nergens een bord gezien of iets dergelijks. Halverwege de etappe begint mijn enkel zich te melden. Of misschien moet ik zeggen mijn voet. Niet dat het pijn doet, maar bij elke shift voel ik rond de 700 meter iets trekken aan de binnenkant. Omdat we besloten hebben kilometers te lopen in plaats van anderhalf kan ik elke shift wel gewoon zonder problemen uitlopen. We zien wel hoe het verder gaat.
Tegen het einde van de etappe komen we op bekend terrein. We zijn in Chaam en omgeving, waar Frank en ik vorige week Hemelvaart gevierd hebben en een trail gelopen hebben. We herkennen niet alleen de weg van de B&B en die naar de camping van onze vrienden, maar ook waar we onze trail gestart zijn, waar we ‘s avonds gegeten hebben en waar we ook daadwerkelijk gelopen hebben, ook al liepen we toen over het bospad en nu over het fietspad.
Via de nieuwsberichten komen er codes geel door voor de lopers uit Twente. Wij zien de bui hangen samen met wat regenbogen, maar het lijkt er op dat hij vlak langs ons heen gaat. We lopen er in eerste instantie naar toe maar vlak voordat we er zijn buigen we af naar links en lopen we soort van langs het randje. Als extra kers op de taart zien we een prachtige zonsondergang. Dat we achter lopen op schema mag de pret niet drukken.
Rond een uur of tien komen we aan in het derde kamp en zit onze etappe er weer op. Er is patat geregeld, zelfs de snackbar is langer open gebleven voor ons en we laten het ons goed smaken. We mogen slapen in een oude sporthal, iets met een industrieterrein van Menno zijn werk. Heerlijk droog, met wc maar zonder douche. Ik maak me zoals gewoonlijk eerst helemaal klaar zodat ik snel kan vertrekken, laat me nog even masseren en probeer dan ook wat te slapen. Kansloos, want nu liggen er niet één, maar twee keihard te snurken en het is niet eens Frank. Nou ja, rusten is de next best thing zullen we dan maar zeggen.
Ook nu moeten we iets eerder weg omdat team A snel is. Zij maken een beetje goed waar wij niet sneller kunnen. Toch zit de spirit er nu beter in dan tijdens de vorige etappe. We zijn wakkerder, sneller en hebben er meer zin in ondanks dat het donker is. Mijn enkel voel ik nu helemaal niet meer, ook mijn voet trekt niet meer dus dat lijkt me een goed teken. Het thema van deze etappe is Regenboog en we staan er weer fraai op.
Het wordt snel licht en ik herken stukken van andere edities. Sprundel waar ze de luchtballonen met vuur hebben, Roosendaal waar de burgemeester stond ook om 3 uur ‘s nachts nog, en uiteindelijk Ossendrecht, waar ik de eer heb om de doorkomst te mogen beleven. Ik krijg naast een hoop applaus een prachtige medaille van metaal in de vorm van een hart en een papieren hoedje met hartjes er op. We eindigen in Bergen op Zoom bij het zwembad en eerlijk gezegd heb ik niet eens in de gaten dat we er al zijn. De etappe van de tweede nacht is altijd het zwaarst maar het lijkt bijna wel of deze juist het makkelijkste ging. Ik weet wel een ding zeker. Als ik niet een paar weken eerder al met de vitamine D en ijzer was begonnen had ik het nooit gered.
In het zwembad kunnen we lekker douchen, kan ik nog even bij Astrid op de tafel gaan liggen en eet ik twee tosti’s om daarna zowaar bijna twee uurtjes te slapen. Dan is het tijd voor de laatste etappe, een volledige run-bike-run van 42 km waar naast de leden van team B er nog wat extra mensen mee mogen. Tien mensen op de fiets, één loper. Er is regen voorspeld dus het regenjasje gaat in het rugzakje mee voor onderweg. Daarnaast moet ik rekening houden met een tasje voor bij de finish want de rest van de bagage krijgen we morgen pas terug.
Na de wissel met team A en als iedereen die meegaat op een fiets zit gaan we op weg. Menno start dus ik mag daarna. Ik was echter een ding vergeten. Het lopen gaat nog wel maar ik moet nu ook meefietsen en dat is soms best pittig. Helemaal als Sietske na mij loopt. Die loopt zo ontzettend snel dat ik met het wisselen en het op de fiets klimmen al snel achter ben en heel hard moet fietsen om weer bij de groep te komen. We krijgen een klein beetje regen als we de Heinenoordtunnel doorgaan, maar meer dan dat wordt het niet en de echte regen blijft gelukkig uit. Dat in tegenstelling tot een paar jaar eerder toen het met bakken uit de hemel kwam. Tegenwind hebben we wel, maar ja je kan niet alles hebben.
Dan komen we in Barendrecht en ik weet via via al dat Deborah daar zal staan. Als we aankomen zie ik haar langs de kant en krijg ik het ineens te kwaad. Ik heb haar echt gemist en het zijn die momenten dat ik me weer realiseer wat een dierbare vriendin ze voor me is. Ik krijg een dikke knuffel maar kan ook niet al te lang blijven knuffelen want de rest is alweer door. Ik fiets er gauw weer achteraan, ondertussen even bijkomend van het moment.
Vanuit Barendrecht is het ineens nog maar een kilometer of tien en passeren we de grens met Rotterdam. Shit, het zit er echt bijna op en het zal niet lang meer duren voordat de finish in zicht komt. Eerst nog langs het stadion en een stukje Laan op Zuid en dan neemt Menno het over van Sietske om de laatste meters maar de finish te lopen. Natuurlijk staat de rest van de ploeg ons op te wachten. Eenmaal over de officiële finish rijden we zoals afgesproken zo ver mogelijk door richting de voet van de Erasmusbrug waar het hele team én alle supporters samen komen. We maken nog een mooie groepsfoto alvorens met z’n allen over de brug richting de Coolsingel te wandelen. Ondertussen wordt er bier uitgedeeld.
Eenmaal op de Coolsingel zetten we de fietsen weg en is het wachten tot we stapvoets met het hele team en sponsordoek ons richting de ceremoniële finishboog voor het stadhuis mogen begeven. De mensen van RTV Lansingerland zijn er ook en meerdere teamleden worden uitgebreid geïnterviewd. Ik moet er ook aan geloven en begin gewoon te janken als alle emotie er uit komt. Nelli Cooman is er nu ook en ik maak mijn traditionele foto met haar. Achteraf bleek ze er bij de start ook te zijn maar toen heb ik haar niet gezien. Het maakt niet uit, ik heb mijn foto.
Eenmaal onder de boog door krijgen we onze medaille uitgereikt van Nikki en Menno, maken we nog een groepsfoto en planten we onze Gerbera op de muur, als symbool voor de mensen die er niet meer zijn of getroffen door een terminale ziekte. Van daar uit de fietsen weer ophalen en vieren we ons finishfeestje bij Barclays.
De Roparun is een avontuur voor het leven. Niet alleen om leven toe te voegen aan de dagen daar waar er geen dagen aan het leven toegevoegd kunnen worden, maar ook voor jezelf. Het verandert je en geeft je leven een andere dimensie. Daarnaast is het Jatogniettan?! team speciaal. Niet opgezet vanuit een bedrijf met collega’s maar een groep zeer diverse mensen die allemaal een verhaal hebben om te delen dat ons verbindt. Natuurlijk is het de afgelopen jaren niet altijd koek en ei geweest, maar de basis is er en die lijkt onverwoestbaar. Of zoals onze teamcaptain Jeroen in zijn eigen stuk schreef: Jatogniettan?! is als Hotel California. You can check out any time you like, but you can never leave.
Ik denk dat ik nog even niet uitcheck…
Mooi geschreven weer Sas!!
Dank je wel Pascal