Kroondomein Het Loo marathon: Zuurkool of Indiaas?

Kroondomein Het Loo marathon. Toen Frank hem in 2020 liep, nét voordat Corona uitbrak, was ik nog helemaal niet ‘in to the trails’. Ik liep dus de dag erna de Asselronde met Deborah want dat trailen was allemaal maar niks. Jullie weten inmiddels beter, en ik ook. Dus toen het trailen een beetje mijn leven in geslopen was, vond ik de Kroondomein Het Loo ineens wél interessant. In 2021 gebeurde er niet veel op loopgebied en het werd inmiddels de editie van 2022 om een poging te wagen. Wij zaten op een terras in Spanje toen de inschrijving open ging. Ik zat klaar met mijn mobiel, de tapas moesten maar even wachten. Klik, klik, klik en een kwartier later was ik in het gelukkige bezit van twee startbewijzen.

Helaas, pindakaas ging de editie van 2022 uiteindelijk toch niet door. Doorschuiven naar 2023 dan maar zou je denken maar nee, we kregen ons geld terug en moesten het opnieuw proberen. Niet alleen miste ik de inschrijving, later bleek ook dat we onze vakantie alleen in die periode konden plannen dus we hadden toch niet gekund. Maar wat in het vat zit verzuurt niet dus op naar editie 2024. Ook nu zat ik klaar met twee mobielen, een I-pad en een computer en binnen 3 minuten had ik wederom twee startbewijzen, die overigens binnen 5 minuten uitverkocht waren. Soms zit het mee.

In al mijn enthousiasme wist ik toen nog niet dat ik zo’n last van de overgang zou hebben én had ik even over de tijdslimiet heen gelezen. Dus toen ik vorige week de mail met de laatste detailinformatie kreeg moest ik even slikken. 5:30 was de tijdslimiet en op 4:20 moest je sowieso voorbij het 32 km punt zijn, anders werd je er uit gehaald en in de bezemwagen gezet. Wacht even, heb ik het goed gelezen? 5:30? Voor 42 km trail? Zijn ze gek geworden? Dat is de limiet voor Rotterdam! Op asfalt. Dit is een trail met onverharde paden en zoals ze zelf zeggen ‘wees niet te optimistisch, het is een zwaar parcours met klimmetjes en afdalingen’. Nou maak ik me over die afdalingen niet zo druk, maar de rest? Ik loop tegenwoordig helaas op asfalt al een marathon tussen 4:45 en 5:00, maar een trail?

Frank wuift het weg. ‘Het valt allemaal wel mee, het is niet eens een echte trail maar vooral bospaden en karrensporen. Ik liep hem destijds in 4:48 en had maar 270 hoogtemeters.’ ‘Ja schat, dat was 4 jaar geleden toen ik nog een stuk fitter was dan nu, en dan is 4:48 relatief gezien ten opzichte van je marathon asfalt tijd toch bijna 20 minuten langzamer.’ Ik heb er nog niet veel vertrouwen in en ben de weken er voor vooral bezig met kijken wat ik de laatste tijd zoal gelopen heb en hoe snel dat was, proberend een inschatting te maken van of het haalbaar is. Ik kom er niet echt uit. Op papier lijkt het nét wel of nét niet te kunnen, maar zelfs de nét wel is dan alleen nog maar op papier. Ik slaap er slecht van en maak honderd keer dezelfde rekensom. Hoeveel minuut per kilometer mag ik lopen voor de cut off op 32 km en hoeveel voor de finish? En vooral, hoe streng zullen ze écht zijn? Ik wil het risico niet lopen.

De week ervoor ben ook nog eens niet op mijn best. Domme beslissingen, zoals Titanic afkijken tot half een ‘s nachts en de hele week stress wegsnoepen met chocola en drop, tot domme pech, zijnde ongesteld worden terwijl ik dat al drie maanden niet meer was geweest. Ik voel de hormonen gelijk weer alle kanten op schieten met als gevolg een vermoeid lijf en pijn in mijn spieren tijdens het lopen. Een lekkere voorbereiding dus. Frank is er van overtuigd dat ik het ga halen, althans dat zegt hij, ik ben wat minder zelfverzekerd. Tot overmaat van ramp maak ik een deal met hem. Haal ik het, dan eten we ‘s avonds lekker Indiaas, mijn lievelingseten, haal ik het niet, dan eten we zuurkool, wat ik gewoon écht niet te vreten vind.

Ik ga vrijdag zowaar op tijd naar bed en slaap ook nog redelijk. De benen voelen moeilijk. Gisteren tijdens de massage zaten ze al ‘vol’, zoals dat heet. Het ontbijt bestaat voor de verandering eens niet uit een bananenpannenkoek, simpelweg omdat ik zowel de bananen als het enige ei dat we nog hadden donderdag in de mix heb gegooid voor een Saskia versie van bananenbrood. Zo een die met maar één ei in plaats van twee, twee bananen in plaats van drie, bruine basterdsuiker in plaats van gewone suiker, iets te weinig bloem, iets te veel boter, oudbakken cashewnoten want die moesten op, en zonder bakpoeder want dat heb ik nooit in huis, gemaakt is. Het gedrocht dat uit de oven kwam smaakte niet eens zo verkeerd en kon mooi als laatste hapje voor het lopen dienen.

Ontbijt dus in de vorm van yoghurt met cruesli. Een lekkere suikerbom om je dag te starten zeg maar. We komen ruim op tijd aan in Uddel waar ik niet alleen mijn startnummer krijg maar waar we ook Bram en Peter tegenkomen, die lopen ook. Frank had overigens gisteren nog een duivels dilemma. Vanwege zijn operatie heeft hij zijn startnummer verkocht maar kreeg hem terug aangeboden omdat de dame in kwestie toch niet kon lopen. Uiteindelijk is hij verstandig geweest en heeft het niet gedaan maar loopt straks een rondje van ongeveer 15 km een stuk verderop. Maar eerst mag hij mij uitzwaaien.

Om 10:15 loopt iedereen naar het startpunt waar we nog even gauw foto’s maken want straks ‘mag’ ik niet meer. Nee, ik moet doorlopen dus niet treuzelen, geen foto’s onderweg en snel door de enige verzorgingspost. Frank geeft me duidelijke instructies mee. Ik ben het er niet mee eens, tenslotte loop ik trails om lekker te luieren en van de omgeving te genieten, maar ik realiseer me dat ik iedere seconde nodig heb. Dan is het tijd, is er nog een praatje van de organisatie en ‘schiet’ Aad Steylen, de lokale hardloopberoemdheid, ons weg. 

Ik zit ergens in het midden en haak gelijk aan bij een groepje lopers tot ik in de gaten krijg dat het een groepje bij een pacer is. Dat is alles behalve de bedoeling en gaat me veel te snel. Ik laat me dan ook snel zakken tot in zo’n beetje bij de laatste lopers zit. Ik heb het warm, het ís ook warm, warmer dan ik dacht, en ik heb moeite met mijn ademhaling onder controle krijgen. Het is dus al snel wandelen en ik start mijn ritme van rennen, wandelen, rennen.

Ik val al snel op bij de EHBO-ers en de bezemwagen die op de fiets achter me rijden. Ze vragen of het gaat. ‘Ja hoor, geen probleem.’ Ik loop zo’n honderd meter achter het laatste pace groepje, die van 5:30, dus als ik die een beetje in de smiezen kan houden zit ik goed. Toch heb ik moeite met het vinden van mijn ritme en het feit dat de twee mannen op de fiets achter me rijden maakt toch dat ik me opgejaagd voel. Ze bedoelen het goed maar ik kan er niks aan doen, het gaat in mijn hoofd zitten. Weinig tijd dus om te genieten van de omgeving, die ik ergens wel registreer als mooi.

De route is niet uitgepijld maar mijn klokje doet zijn werk en zo lang ik het pacegroepje voor me nog zie is het makkelijk volgen. De ondergrond is inderdaad onverhard maar niet helemaal zoals we gewend zijn tijdens het trailen. Is het dus een trail of een wegwedstrijd? De opzet qua pacers, bezemwagen en tijdslimiet, is die toch wel een beetje van een wegwedstrijd, maar het is geen asfalt, geen routeaanduiding en ook is er maar één verzorgingspost. Ik zou dus zeggen dat het er tussen in zit. 

Ik ga een hoek om een bospad in als er een pacer stil staat. Als ik bij hem ben vraagt ook hij of het gaat. Het voelt een beetje als die supporters die onderweg roepen ‘je gaat lekker’, als je helemaal naar de klote bent, of ‘je bent er bijna’ als je nog 30 km moet. Goed bedoeld maar totaal geen beeld van hoe ik in de wedstrijd zit en stiekem irriteer ik me er een beetje aan. Ik zeg maar braaf dat het goed gaat zodat hij me mijn ding laat doen en dat doet hij dan ook door verder te rennen. Ik weet dat ze verplicht zijn om de mensen in de gaten te houden en dat ze, zoals mijn moeder vroeger altijd riep, niet kunnen ruiken wat ik denk of voel, maar zo lang ik nog binnen de tijdslimieten loop komt het echt wel goed.

Dan komt de bezemfietser weer bij me als ik aan het wandelen ben en checkt weer hoe het gaat. Dan grijp ik in en leg uit dat mijn ritme nu eenmaal rennen, wandelen, rennen is, dat ik niet voor het eerst een trail loop, ik afgelopen december nog 160 km op deze manier heb gelopen en dat ik het misschien wel of misschien niet ga halen, maar dat het goed met me gaat, ik niks nodig heb en anders geef ik wel een gil, en voeg er gekscherend maar enigszins serieus aan toe dat als hij nog één keer vraagt of het gaat, ik uitstap. Hij begrijpt het maar legt ook uit dat ik nu eenmaal niet in het standaard plaatje pas, want wandelen doe je toch pas aan het eind en niet aan het begin? En dat ze nu eenmaal soms mensen tegen zichzelf moeten beschermen. Tja, I do it my way.

Hij praat zijn collega bij en vanaf dat moment gaat het een stuk beter. Ze houden wat afstand en laten me lekker mijn ding doen. Ik heb het inmiddels niet meer zo warm en bij de wat langere afdalingen kan ik ondanks mijn ‘dikke’ kuiten wat meters maken en nog in een aardig tempo ook. Toch blijf ik in mijn hoofd constant rekenen. Als ik 7:30 de kilometer aan houdt gaat het goed en dat lukt aardig. Zelfs met wandelen tussen door en de klimmetjes die er stiekem toch in zitten, ook al zei Frank van niet. 

Ik hoopte de eerste tien kilometer in 1:10 te doen, maar 1:15 mag ook. Het wordt 1:11. De volgende richtlijn is 2:30 voor de 20 km. Die haal ik met bijna 5 minuten marge, zelfs als ik een dipje heb gehad en sommige kilometers rond de 8 minuten loop. Mijn hoofd slaat bijna op hol van het continue rekenen en herrekenen. Ik ben net een computer met een rekenformule waar iedere keer een nieuwe waarde ingevoerd wordt. Ik zou zo een routeplanner van een auto in de file kunnen zijn. Estimated Time of Arrival zo laat, oplopend als ik heuvel op moet of even iets langer wandel om een krentenbol weg te knagen, aflopend als ik een lekkere kilometer heuvel af door kan lopen. Met geen enkel oog voor de omgeving  en al helemaal geen leuke beestjes, op een wegvliegende roofvogel na die nog net door een onbenut deeltje van mijn brein geregistreerd wordt. Het enige voordeel? Het leidt wel lekker af.

Op 23 km staat de verzorgingspost en vlak daarvoor zie ik ineens iemand wandelen. Een willekeurige voorbijganger of een deelnemer? Het blijkt een deelnemer die last van zijn kuit heeft en uit moet stappen. Ja jongen, ik heb ook al 23 km last van mijn kuiten, maar het blijft altijd sneu, zeker als ik hem echt moeilijk zie lopen. Onwillekeurig moet ik aan de Bello denken en mijn laatste 20 km daar. Bij de verzorgingspost krijg ik bouillon, vul wat water bij en eet een banaan. De motor moet blijven draaien! Ik blijf niet lang en ga gauw weer door.

De bezemfietsers ben ik even kwijt en ondanks dat ze me niet meer in de weg zitten, voelt het toch vrijer als ik helemaal alleen loop. Ik negeer mijn vervelende kuiten en probeer lekker door te hobbelen, op naar het checkpoint op 32 km. Ik ben gek genoeg meer bezig met de tijd dan met de afstand. Die afstand is het punt niet. Bij het vertrek van de verzorgingspost zat ik precies op 3 uur en 24 km. Dat is een gemiddelde van 8 km per uur en dat is mooi. Dat betekent 5 uur voor 40 km en dan heb ik nog een half uur voor 2,2 km. Maar ik weet ook dat er nog wel wat verval gaat komen en later blijkt ook dat de GPS een beetje gezwabberd heeft bij de verzorgingspost, dus per saldo moet ik 42,5 km lopen.

Toch geeft het wat lucht al kan ik nog steeds niet op mijn lauweren rusten. Terwijl ik weer wat eet maak ik twee foto’s, lekker puh Frank, en werk mezelf rustig maar gestaag naar de 32 km op de klanken van een lekkere house beat. Ook nu zie ik vlak voor het checkpoint een man voor mij lopen. Weer een deelnemer? Zowaar is het inderdaad iemand die ik weer inhaal. Mooi, dan heeft de bezemfietser weer iemand anders om zich druk over te maken. Ik ben ‘ruim’ op tijd bij het checkpoint en heb officieel nog een kwartier tot de cut off. Later leer ik dat ze niet zo heel erg streng zijn, maar nogmaals, ik neem geen risico. 

Ik heb nu nog 1:25 voor tien kilometer, zeg even voor het gemak 1:20. Dat is 80 minuten ergo 8 minuut de kilometer gemiddeld. Het feit dat het nog maar minder dan 10 kilometer is, is erg motiverend. De bezemfietsers ben ik weer even kwijt en ik wijzig mijn muziek in nóg iets stevigers. De harde rockgitaren zullen me naar de finish moeten brengen. Ik ben iets rustiger nu. Of ik het nu wel of niet in 5:30 haal, ik word er niet meer uitgehaald en kan in elk geval finishen. Ga ik later wel in discussie met Frank of het Indiaas of tóch zuurkool wordt. Ik weet het wel, dat hoef je mij niet te vragen maar Frank kennende denkt hij daar tóch anders over. Maar zover is het nog niet.

Dan zie ik ineens in de verte meerdere mensen lopen. Wat? Nog meer deelnemers om in te halen? Het moet niet gekker worden maar gezien het feit dat ook zij regelmatig wandelen en mijn basissnelheid iets sneller lijkt kom ik langzaam aan dichterbij tot het punt dat ik ze daadwerkelijk inhaal. Eerst een, dan twee tegelijk en uiteindelijk ook de laatste van de vier. Het feit dat het weer heuvel af gaat helpt daar dan wel bij. Ik loop dan ook ruim onder de 8 minuut per kilometer en daarmee niet alleen wat eerdere langzamere kilometers goedmakend, maar ook mijn marge vergrotend.

Als ik uiteindelijk nog maar een kilometer of vijf te gaan heb kom ik weer iemand tegen. Ook die haal ik in maar de jongen in kwestie begint ook weer te rennen en samen doen we een stukje haasje over tot het nog maar een kilometer is. Tegen die tijd blijft hij achter me. Het laatste stuk is over asfalt en niet waar ik hem verwacht had, namelijk waar we gestart zijn. Ik ben dan ook verbaasd als ik nog maar 400 meter hoef, er nog twee mensen voor mij aan het wandelen zijn die ik nog net inhaal, en Frank aan komt lopen om me de laatste 200 meter over de finish te sleuren. Daar krijg ik applaus en mijn medaille and guess what? Het wordt geen zuurkool vanavond, daar is geen twijfel over mogelijk met 5:25:23 op de klok.

Op papier leek het haalbaar maar ik heb mijn ernstige twijfels gehad, zeker de eerste 15 km. Dat ik het toch gehaald heb is dan ook een klein wondertje maar mij hoor je niet klagen. Toch vond ik het jammer dat ik niet ‘gewoon’ van de omgeving heb kunnen genieten, tenslotte is dat toch de reden dat ik dit soort trails loop. Ik zal dan ook niet snel weer inschrijven voor een georganiseerd iets met een strakke deadline. Maar voorlopige kan ik deze afvinken en me nu rustig gaan voorbereiden op dat andere loopje eind februari. Vijf keer dit rondje maar met mijn eigen tijdslimiet, want alhoewel ‘men’ er 48 uur voor gezet heeft ga ik me daar niet aan houden. Ik ga voor de afstand, niet voor de tijd.

Na een ietwat langere weg terug vanwege file op de weg zitten we ‘s avonds heerlijk op de bank. We moeten uiteindelijk twee uur wachten op ons eten (sorry, druk, druk, druk en verkeerde bezorger), maar dat bord Indiaas?

Dat smaakte nog nooit zo lekker!

2 Reacties

  1. Han (Midwintermarathon)

    Je schrijft een mooi en uitvoerig verhaal over jouw beleving van de Kroondomein Het Loo Marathon. Respect voor je doorzettingsvermogen en fijn dat je door buiten jouw comfortzone te lopen binnen de gestelde limiet de finish hebt gehaald en dus geen zuurkool hebt hoeven prakken.
    Je geeft zelf aan dat je pas sinds het lezen van de informatiemail, een week voorafgaand aan de marathon, doordrongen bent van de gestelde tijdslimiet. Deze informatie had je gewoon kunnen/moeten lezen vóór je inschrijving. Het praatje voorafgaand aan de start met de allerlaatste info lijkt ook over jou heen te zijn gewaaid. Dat je Aad neerzet als een lokale beroemdheid getuigt hiervan.

    Graag wil ik ook de andere kant belichten. De limiet is niet voor niets gekozen. Deze is gemaakt uit oogpunt van veiligheid. Jouw vergelijk met de Rotterdam Marathon vind ik (héél zachtjes uitgedrukt) niet helemaal opgaan. De enige overeenkomst is de afstand van iets meer dan 42 kilometer. In het Kroondomein loop je in een verlaten gebied zonder bebouwing en de duizenden toeschouwers die in jouw stad op elke meter langs het parcours staan. En wij hebben maar een klein deelnemersveld van (dit jaar) 161 lopers. De kans dat je niet wordt opgemerkt als jou iets overkomt is zeker niet ondenkbaar in dit verlaten gebied waar het mobiele netwerk op veel plekken ook helemaal geen dekking heeft. Vooral voor de solitaire lopers die er niet voor kiezen om aan te haken bij een groepje (waar ik jou ook toe reken). En niet te vergeten: je loopt in de winter, met extra risico’s om onderkoeld te raken als je moet afhaken. Vandaar ons vangnet van fietsers, EHBO’ers en (gelukkig voor jou onzichtbare) fauna beheerders die ook paraat stonden om eventuele uitstappers met hun 4WD terug te brengen naar de startfinish. En de tijdslimiet heeft alles te maken met de vroeg invallende duisternis, waarvan je in Rotterdam ook geen last hebt in april.

    Jouw eenzijdige verhaal geeft weinig blijk van inleving en respect voor deze hulpverleners die op die dag vrijwillig en ver buiten hún comfortzone voor jou en de andere lopers in touw zijn geweest.
    In totaal waren zo’n 50 vrijwilligers met veel plezier die dag voor jullie actief. Zonder deze helden geen evenement.

    Reageren
    1. Saskia Uit den Bogaard (Auteur bericht)

      Beste Han,

      Jammer dat je blijkbaar de essentie van mijn blog gemist hebt. Ik loop al enkele jaren meerdere (ultra)trails per jaar. Trailen is in mijn ogen écht iets anders dan een wegmarathon, waar in mijn ogen andere tijdslimieten bij horen, zeker als het doel genieten is en niet racen. Mijn mening daarover verschilt denk ik met die van jou (en de organisatie). Een uur of desnoods een half uur eerder starten is daarbij een prima optie als het gaat om binnen het daglicht te lopen.

      Dat staat overigens volledig los van de rol van de vrijwilligers. Ik zie niet helemaal hoe je vindt dat ik daar geen respect of inlevingsvermogen voor heb. Zelf heb ik ook regelmatig als vrijwilliger opgetreden bij dit soort evenementen dus zeker alle respect en dankbaarheid daarvoor.

      Reageren

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *